34
I
30
VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.
Naam van de waar.
Omschrijving der overtreding.
Melk.
’s-Gravenhage.
2
Melk.
Melk.
Melk.
2
c
Karnemelk.
’s-Gravenhage. I
4
Brood.
Brood.
Brood.
Worst.
Gemeenten waarin de
waar is verkocht.
2
1
1
1
5
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
Broodbesluit art. 11 (melkbrood
met te weinig melk).
’s-Gravenhage.
Delft.
Gouda.
Maassluis.
Pijnacker.
Rijswijk.
Voorburg.
’s-Gravenhage.
Delft.
Oudewater.
Rijswijk.
Zevenhuizen.
’s-Gravenhage.
Delft.
Gouda.
Moordrecht.
20
1
4
1
1
2
2
5
2
1
2
4
Broodbesluit art. 10, eerste lid
onder a en b (te laag gehalte
aan droge stof).
I ’s-Gravenhage.
Gouda.
Naaldwijk.
Oudewater.
Schipluiden.
I ’s-Gravenhage.
Broodbesluit art. 6, derde lid
(brood niet beveiligd tegen I
stof e.d.).
Vleeschwarenbesluit art. 3, der- ’s-Gravenhage.
de lid (te veel meel).
Aantal
j processen-
verbaal.
I
Melkbesluit art. 31, derde lid
(onreine melkmaten of melk-
maten niet beveiligd tegen
stof e.d.).
Delft.
Gouda.
Schipluiden.
Waddinxveen.
Melkbesluit art. 31, eerste lid ’s-Gravenhage.
(melk aan het vaatwerk ont
trekken anders dan door mid
del van een kraan).
Melkbesluit art. 25, eerste lid
onder c (het verkoopen van
melk naast andere niet geoor- I
loofde waren).
Melkbesluit art. 32. onder
(vaatwerk zonder roerder).
Melkbesluit art. 7, tweede lid j
onder a (te laag gehalte aan
vetvrije droge stof).
