By lage 35 VERSLAG betreffende den toestand en de werking van den Gemeentelijken Reinigings- en Ontsmettingsdienst van 's-Gravenhage over het jaar 1928. PERSONEEL. Op den 31en December 1927 waren behalve de Directeur Ambtenaren, werkzaam 73 (72) ambtenaren. In den loop van het jaar zijn 2 ambtenaren ontslagen, terwijl m.i.v. 1 Januari 1 werkman tot ambtenaar (opzichter 2e klasse) werd bevorderd. Het aantal ambtenaren bedroeg derhalve op 31 December 1928 72 (73). Op 31 December 1927 waren in vasten dienst 585 (548) werk- Werklieden, lieden. Ontslagen zijn 11 werklieden, waarvan 8 met pensioen, 1 op verzoek en 2 wegens overtreding van art. 55 sub 2 van het Werkliedenreglement. Van de beide laatst bedoelden is één weder in tijdelijken dienst aangesteld. Verder zijn 2 werklieden over leden, terwijl 1 werkman werd bevorderd tot ambtenaar (op zichter 2e klasse). Vast aangesteld werden in 1928 9 werklieden. Het aantal vaste werklieden bedroeg derhalve op 31 December 1928 580 (585). Verder waren op dien datum in tijdelijken dienst 24 (25) werklieden, waarvan 1 jongmaatje. In het geheel waren dus op het einde van het jaar 604 (610) werklieden in vasten of tijdelijken dienst aan het bedrijf ver bonden. COMMISSIE VAN BIJSTAND. De samenstelling der Commissie van Bijstand onderging in 1928 geen wijziging. De Commissie bestond op 31 December uit den heer Wet houder F. N. V. Quant als voorzitter en de heeren J. J. van Langen, P. J. van Beijeren, Mr. D. J. I. van den Oever en M. Joëls Jr. als leden, terwijl als secretaris werkzaam bleef de heer Mr. Dr. J. H. Labberton, Referendaris ter Gemeente secretarie. De tussehen geplaatste getallen in dit en de volgende hoofdstukken betreffen de overeenkomstige aantallen voor het jaar 1927.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1928 | | pagina 758