35
14
SPROEIEN.
Sproeiseizoen.
verbruik.
totaal.
Aantal sproei
wagens.
1919
1920
1921
1922
1923
f 34.141,80s
33.421,31
31.263,64
32.575,49
17.591,38
1919
1920
1921
1922
1923
1924
1925
1926
1927
1928
1924
1925
1926
1927
1928
108
113
155
105
75
70
97
90
72
88
het seizoen
Aantal sproeida-
gen en water- tot en met 1928 is gesproeid.
Voor den sproeidienst waren aanwezig 17 benzine-motor-
sproeiwagens en 1 electrisehe sproeiwagen (aanspan).
Ook wordt ter aanvulling van het aantal auto-sproeiwagens
zoo noodig gebruik gemaakt van de nog aanwezige paarden-
sproeiwagens, op het eind van het jaar 9 in getal.
Het sproeiseizoen ving aan 24 April en duurde tot 20 Sep
tember. Na dezen datum behoefde nog slechts sporadisch te
worden gesproeid.
Uit onderstaand staatje blijkt in welke mate in de jaren 1919
63.506 M3.
64.233
54.192
71.776
59.043
44.780
68.333
f 25.776,61®
556,57
338,15
10.066,82
50.533,43®
89.643 M3.
70.625
122.411
7D.69O
69.412
62.176
82.070
64.403
47.632
71.053
1924
1925
1926
1927
1928
de sneeuwruimers
2000 kaarten.
2025
3000
2850
2850
bleef in
Waterverbruik
I duor de automobiel-
sproeiwagens.
Bovendien werden door de asphalt-spoelmachines 9635 (7581)
M3. water uitgesproeid.
Uitgegeven werden in de jaren:
485 kaarten.
524
713
497
1000
Het uurloon voor
1928/1929 gehandhaafd op f 0,70 per uur.
Kosten der De kosten der sneeuwruiming (behalve die van zand en zout)
sneeuwruiming. bedroegen in:
1919
1920
1921
1922
1923
I Aantal dagen waarop
gesproeid is.
VERSLAG GEM. REINIGING?- EN ONTSMETTINGSDIENST.
99
99
99
JAAR.
n
99
n
n
99
n
99
99
99
99
99