35A
2
1 October 1928 eervol ontslag verleend. Zijne adviezen, die steeds
van groote bekwaamheid op het terrein der door hem beoefende
wetenschap getuigden, worden noode gemist.
Aan het einde van dit verslagjaar was in de vacature-Dr. Vos
nog niet voorzien.
Aan de beurt van aftreding waren in 1928 de Heer en
Bergsma, Nederpel, v. Nederveen en Plet. Bij besluit van 22 Juni
werden al deze leden voor den tijd van 5 jaren, ingaande 1 Juli
1928, herbenoemd.
Kort na het optreden van den nieuwen Voorzitter deelde de
Heer E. M. L. van der Horst mede, voornemens te zijn zich
elders te gaan vestigen, waardoor hij zich tot zijn leedwezen
genoodzaakt zag zijn functie van Secretaris neer te leggen.
Met groote teleurstelling nam de Commissie van dat voor
nemen kennis. Zij had den Heer van der Horst gedurende de
V/l jaar, waarin hij het Secretariaat voerde, leeren waardeeren,
niet alleen om de groote toewijding en nauwgezetheid, waar
mede hij zijn taak volbracht, doch tevens om zijn aangenaam
karakter, waardoor het voor alle leden der Commissie een ge
noegen was met hem te mogen samenwerken.
Op zeer hartelijke wijze nam de Commissie den 30sten April
1928 in een speciaal daarvoor belegde bijeenkomst van haren
scheidenden Secretaris afscheid.
De Commissaris der Koningin heeft het gevraagde ontslag
eervol verleend bij besluit van den 8sten Maart 1928 en be
noemde tot zijn opvolgster met ingang van 1 Mei 1928 de
datum, waarop de Heer van der Horst van zijn functie ontheven
werd Mejuffrouw Mr. H. Nooyen, oud-secretaris van de
Huurcommissies te dezer stede.
De Gezondheidscommissie was op 31 December 1928 als volgt
samengesteld. Het naast den naam vermelde jaartal geeft het
tijdstip van aftreding van elk lid aan.
Mevr. A. E. J. de Vries—Bruins
P. A. van der Drift
1929
1929
1929
1929
1930
1930
1930
1931
1931
1931
S. A. W. Vrijland
S. de Clercq
F A. Koch
Prof. Mr. H. W. Methorst, Voorzitter
Dr. Joh. H. van Burkom
Dr. J. J. Hofman
Dr. B. P. B. Plantenga
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE,