35*
9
stede verkeerden. Burgemeester en Wethouders hebben, in ant
woord op het daarover op 1 Juni 1927 tot hen gericht schrijven,
in Februari van dit jaar laten weten, dat in de ondergrondsche
damestoiletinrichting op het Buitenhof inderdaad hinder van
rioolgassen werd ondervonden, doordat de aldaar aanwezige kolk
op de rioleering niet geheel stankvrij was aangesloten, doch dat
inmiddels verbetering in dien toestand werd gebracht. Voor het
doen uitvoeren van een vrij kostbare verbouwing, noodig om
in den toestand van het ondergrondsche urinoir op genoemd
plein afdoende verbetering te brengen, kon het College voor-
loopig geen vrijheid vinden. Ten aanzien van de toiletinrichting
aan de Torenstraat deelden Burgemeester en Wethouders mede
op het Kerkplein voor een duidelijke verwijzing daarheen te
hebben gezorgd. Tevens werd kennis gegeven, dat deze inrich
ting wegens het zeer geringe gebruik, dat er van gemaakt werd,
tijdelijk is gesloten met uitzondering van een gedeelte, waarin
urinoirs waren geplaatst.
Voorts werd medegedeeld, dat de vervanging van oude
urinoirs door nieuwe van verbeterde samenstelling geleidelijk
plaats vindt en dat in nieuwe wijken het aantal van deze
gelegenheden in de laatste jaren zeer werd uitgebreid.
Nadat de Commissie zich over voortdurende vervuiling van
een inspringenden hoek in de Korte Lombardstraat in den loop
van dit jaar andermaal tot het Gemeentebestuur had gewend,
lieten Burgemeester en Wethouders op 1G October weten, dat
in bedoelden hoek een afschuining van beton in kegelvorm zou
worden aan gebracht.
De behandeling van een klacht over ongewenscht gebruik,
dat een groentenhandelaar, gevestigd Meezenlaan, hoek Winter-
koninglaan, van open terrein bij zijn perceel maakte reeds
in het vorige jaarverslag opgenomen leidde niet tot gunstig
resultaat. Aan de hand van bestaande bepalingen kunnen be
drijven, die niet onder de Hinderwet vallen, in geen enkele
stadswijk worden geweerd.
Daar de Commissie met den klager van oordeel was, dat in
woonwijken met open bebouwing niet geduld zou moeten wor
den, dat open grond, die de bestemming van tuin heeft, gebruikt
wordt als opslagterrein en zelfs om er een paard te laten rond-
loopen, heeft zij aan Burgemeester en Wethouders verzocht een
weg te zoeken om in gevallen als het onderhavige tot een bevre
digende oplossing te kunnen geraken. Een antwoord van Burge
meester en Wethouders op dat schrijven is nog niet ontvangen.
Het denkbeeld, door den Directeur van Bouw- en Woningtoezicht
aan de hand gedaan, om in wijken met open bebouwing onmis-
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.