35A
10
bare bedrijven alle samen te brengen in daartoe bepaald aan
gewezen bouwblokken, kan slechts in nieuw te stichten wijken
de bewoners voor hinder van de aangeduide soort vrijwaren.
Bewoners van reeds bestaande stadsgedeelten worden hiermede
niet geholpen.
Een bewoner van de Weteringkade riep de hulp der Com
missie in, teneinde bevrijd te worden van den stank, veroorzaakt
door mest, geladen in schuiten, die soms meerdere dagen achter
een in het water voor zijn huis zouden blijven liggen.
Bij onderzoek bleek, dat de Gemeentelijke Havendienst niet
bevoegd is het verhalen van die mestschuiten te gelasten. Deze
schuiten immers worden met bestemming voor het Westland
geladen in het haventje van de Nederlandsche Spoorwegen, ge
vormd door een zijarm van de Schenkwetering daar ter plaatse.
De Commissie heeft zich in verband hiermede gewend tot het
Bestuur van den Veen- en Binckhorstpolder, in dienst waarvan
de wachter van het sluisje op de Weteringkade staat, met ver
zoek den sluiswachter instructie te geven om aankomende
schuiten, met vuilnis of mest geladen, onmiddellijk te schutten
en er toezicht op te houden, dat die schuiten niet stil blijven
liggen.
Nadat van dat Polderbestuur een niet bevredigend antwoord
ontvangen was, heeft de Commissie op 28 Juli aan Burgemeester
en Wethouders het hieronder volgende schrijven verzonden:
„Een bewoner van de Weteringkade heeft zich er bij onze
Commissie over beklaagd, dat herhaaldelijk, soms meerdere
dagen achtereen, met vuilnis geladen schuiten in het water
voor zijn huis liggen. Vooral zou het nogal eens voorkomen,
dat des Zaterdags en Zondags schuiten met paardenmest daar
ter plaatse blijven stilliggen.
Van den Directeur van den Havendienst werd vernomen,
dat dergelijke klachten ook hem hebben bereikt, doch hij niet
bevoegd is het verhalen van die schuiten te gelasten, aan
gezien niet de gemeente ’s-Gravenhage, doch de Veen- en
Binckhorstpolder bedoeld water in eigendom heeft.
Wij richtten derhalve het verzoek tot het Bestuur van
genoemden polder den in haar dienst staanden wachter van
het sluisje op de Weteringkade alhier, instructie te geven,
aankomende schuiten, geladen met vuilnis of mest, onmid
dellijk te schutten en er toezicht op te houden, dat deze niet
stil zouden blijven liggen binnen de bebouwde kom onzer
Gemeente.
In antwoord daarop ontvingen wij het schrijven, dat in
afschrift hierbij gaat
Aangezien het betrokken polderbestuur dus blijkbaar even
min bij machte is het stil blijven liggen van schuiten in haar
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.