35A
11
toebehoorende wateren te verhinderen, wil het ons toeschijnen,
dat hier een leemte bestaat, waarin voorziening zeer wen-
schelijk mag worden geacht.
Wij nemen daarom de vrijheid bij Uw College aan te
dringen op het treffen van maatregelen, waardoor het stil
liggen van met mest of vuilnis geladen schuiten binnen de
bebouwde kom onzer Gemeente verboden wordt.”
Op 28 September lieten Burgemeester en Wethouders weten,
dat ook zij van oordeel zijn, dat de bestaande toestand voor den
omwonenden hinderlijk is, weshalve zij bij de Nederlandsche
Spoorwegen op verplaatsing van dat laad- en losbedrijf hebben
aangedrongen.
Het resultaat van de gevoerde onderhandelingen was blijkens
een van Burgemeester en Wethouders ontvangen schrijven d.d.
4 Januari 1929, dat verplaatsing van het haventje althans voor-
loopig niet mogelijk is, doch de Nederlandsche Spoorwegen
maatregelen getroffen hebben, waardoor de hinder, die de om
wonenden van het mest lossen ondervinden, zooveel mogelijk
beperkt wordt.
In geen geval zullen aan het haventje des Zondags meer
wagens met mest blijven staan, terwijl zooveel mogelijk ver
meden zal worden, dat zij des nachts daar zijn opgesteld.
Bewoners van de Willem-III-straat te Loosduinen klaagden
over grooten hinder van stank en van de aanwezigheid van
ratten, veroorzaakt door het houden van varkens in een schuur,
achter perceel Willem-III-straat 101 gelegen. Op voorstel van
den Directeur van Bouw- en Woningtoezicht hebben Burge
meester en Wethouders de in 1905 verleende vergunning tot
het houden van varkens in bedoelde schuur bij beschikking van
23 Maart 1928 ingetrokken.
Naast een perceel in de Heemraadstraat werd een open ter
rein aangetroffen, dat door de omwonenden werd verontreinigd
door er allerlei vuil op te werpen. Teneinde aan de gegronde
klacht, daarover ingekomen, een einde te maken, zijn Burge
meester en Wethouders er, op daartoe gedaan verzoek, toe over
gegaan, de eigenaars van het stuk grond aan te schrijven, door
plaatsing van een schutting het terrein van de openbare straat
af te scheiden.
Eveneens werd afsluiting van de openbare straat gelast van
een te koop staand bouwterrein, grenzend aan een pand in de
Zwetstraat, waarop zich volgens den klager een verzamelplaats
van vuil bevond, welke aanleiding gaf tot hinder van stank en
insecten.
Een exploitant van garages aan de Seinpoststraat klaagde
VERSLAG DEK GEZONDHEIDSCOMMISSIE.