35A 23 On bewoonbaarverklaring. Een bewoner van een winkelhuis in de Badhuisstraat klaagde over slechte licht- en luchttoetreding in zijn woonkamer, achter den winkel gelegen. Door tusschenkomst van den Dienst van Bouw- en Woning toezicht is de trap, die voor het eenige raam in de kamer was aangebracht, weggebroken, terwijl het raam, dat niet te openen was, zoodanig is veranderd, dat toetreding van frissche lucht mogelijk werd. Een uitbouwkamer van een woning in de Gabriël Metsu- straat was in zoodanige mate vochtig, dat de bewoners daarvan niet ten onrechte over onbewoonbaarheid van dien uitbouw klaagden. Nadat op verzoek der Gezondheidscommissie het Ge meentelijk Bouw- en Woningtoezicht zich deze aangelegenheid had aangetrokken, is verbetering in den toestand gebracht door het aanbrengen van spouwmuren en het lekvrij maken van het dak. Burgemeester en Wethouders hebben bij besluit van 30 Mei 1928 den eigenaar der woning aangeschreven, om in de Noord westelijke, aan de straat gelegen, kamer een schoorsteen te maken. De eigenaar heeft bij den Raad beroep aangeteekend. De Raad stelde het beroepschrift in handen van Burge meester en Wethouders, die daarop aan adressant lieten weten, dat voorloopig aan de aanschrijving geen gevolg behoefde te worden gegeven. Af gewacht zou worden, of gedurende den winter zou blijken, dat door de voorzieningen, die de eige naar onverplicht had getroffen, afdoende verbetering aange bracht was. Over een 4-tal voorstellen van den Directeur van Bouw- en Woningtoezicht tot het onbewoonbaar verklaren van 157 wo ningen, is in dit verslagjaar advies uitgebracht. In alle gevallen heeft de Commissie zich met de voorstellen vereenigd. Een overzicht ervan volgt hieronder: VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1928 | | pagina 824