35A
B.
Fabrieken en Werkplaatsen.
HOOFDSTUK VII.
Ziekten.
Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst. Burgemeester en Wet
houders hebben geen advies in dezen aan de Gezondheids
commissie gevraagd, aangezien de Commissie reeds in het jaar
1922 samenvoeging van genoemde twee Diensten had aanbevolen.
Een bepaling, betreffende de tandverzorging bij school
kinderen, waartoe de Raad reeds vroeger had besloten, werd in
de gewijzigde verordening op den Gemeentelijken Geneeskun
digen Dienst te ’s-Gravenhage opgenomen.
Met voldoening kan worden geconstateerd, dat de algemeene
gezondheidstoestand voor deze Gemeente ook over het jaar 1928
gunstig was. De roodvonk-epidemie is weliswaar nog niet ge
ëindigd, doch heeft in mindere mate geheerscht dan gedurende
het vorige jaar, terwijl ernstige gevallen tot de uitzonderingen
behoorden. Het verloop dezer ziekte bleef goedaardig. Het aan
tal sterfgevallen bedroeg slechts 11. Andere epidemieën kwamen
niet voor.
Nadat in de vergadering van 13 Januari het advies was
vastgesteld, dat aan Burgemeester en Wethouders is verzonden
in antwoord op een verzoek, gedaan bij schrijven van het College
d.d. 11 November 1927 welk advies reeds in het jaarverslag
over 1927 als bijlage werd opgenomen heeft het zeer belang
rijke vraagstuk der inenting tegen roodvonk en diphterie in
het eind van dit jaar andermaal een onderwerp van ernstige
studie en bespreking uitgemaakt.
Naar aanleiding van een schrijven van den Hoofdinspecteur
van de Volksgezondheid, Dr. Terburgh, d.d. 9 November, waarin
Werklieden eener instrumentenfabriek klaagden bij de
Commissie over onvoldoende beveiliging hunner ademhalings
organen tijdens het verrichten van arbeid in de werkplaatsen
hunner werkgeefster. Door het niet voldoende afvoeren van
slijpsel en vijlsel zou hunne gezondheid gevaar loopen. De be
trokken Sub-commissie heeft een onderzoek ter plaatse ingesteld,
doch de klacht niet gegrond bevonden.
‘27
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.