35A 28 I. II. V. Van de aangegeven gevallen van besmettelijke ziekten, gedu rende het jaar 1928 voorgekomen, alsmede van de sterfte aan deze ziekten, is een staat opgemaakt, die als bijlage E in dit verslag is opgenomen. III. IV. inlichtingen werden gevraagd omtrent de gronden, waarop de Commissie haar oordeel over de voorbehoedende inenting tegen roodvonk en diphterie had gevestigd, is op de November-verga dering met dezen Hoofdinspecteur breedvoerig van gedachten gewisseld en is het voor en tegen dezer inentingen besproken. De Commissie bleef van gevoelen, dat men bij de toepassing der kunstmatige immunisatie tegen roodvonk nog steeds in het teeken van het experiment staat en derhalve propaganda op grooten schaal voor die inenting niet verantwoord zou zijn. Hoewel de Commissie tegenover de inenting tegen diphterie minder afwijzend staat, acht zij den tijd voor hare toepassing op onbeperkte schaal onder de schoolgaande jeugd nog niet gekomen. De meening, uiteengezet in bovengenoemd, aan jaar verslag 1927 toegevoegd, advies, geeft nog steeds haar gevoelen volkomen weer. De diphterie heerscht hier ter stede weinig, terwijl door een tijdige en goede behandeling de reeds geringe letaliteit nog sterk is terug te brengen. De verspreiding op bijzondere scholen van een circulaire, ter aanbeveling van genoemde inenting, uitgegaan van het Staats toezicht op de Volksgezondheid, was voor de Commissie aan leiding om aan de hoofden van alle bijzondere scholen voor L.O. en M.U.L.O. een schrijven te richten, waarin zij, onder ver wijzing naar dit feit, om beantwoording vroeg van onder staande vragen: Is aan het bestuur van Uw school of aan U het verzoek gericht, genoemde circulaire aan de ouders Uwer leer lingen te doen toekomen? Bij hoeveel leerlingen Uwer school is naar aanleiding van die circulaire de inenting tegen roodvonk en diphtheritis verricht? Op welke data zijn deze inentingen verricht? Hoeveel kinderen hebben na de resp. 1ste, 2de en 3e inenting de school verzuimd en hoeveel dagen nadien? Hebt U naar aanleiding der inenting nog opmerkingen? Als resultaat dezer enquête moge hier worden vermeld, dat het aantal ingeënte kinderen, waaromtrent mededeelingen wer den verstrekt, te klein was om gevolgtrekkingen te wettigen. •f VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE. I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1928 | | pagina 829