35A
31
de aandacht getrokken van een der leden van de Commissie. De
advertentie werd doorgezonden aan de Inspectie van de Volks
gezondheid, met verzoek tegen dezen onbevoegden beoefenaar
der geneeskunst te willen optreden.
Tot haar voldoening mocht de Commissie op 29 November
van den Hoofdinspecteur, Dr. Terburgh, vernemen, dat tegen
Stolk vnd. proces-verbaal is opgemaakt wegens overtreding
van art. 3 der wet van 1 Juni 1865, Stbl. 60, regelende de uit
oefening der Geneeskunst.
Tegen Raadsbesluiten tot onbewoonbaarverklaring is in het
afgeloopen jaar eenige malen door eigenaren der onbewoonbaar
verklaarde woningen bij Gedeputeerde Staten voorziening ge
vraagd.
De eerste maal verzetten zich een 9-tal eigenaren tegen het
raadsbesluit van 3 October 1927, waarbij een aantal woningen
in de Werfstraat en in de Wassenaarschestraat te Scheveningen
onbewoonbaar verklaard waren.
Gedeputeerde Staten hebben op 5 Juni 1928 beslist, dat ten
opzichte van de woningen Werfstraat 22 en 24 de onbewoon
baarverklaring ten onrechte was uitgesproken, zoodat zij deze
hebben vernietigd. Ten aanzien van de overige woningen wer
den de gevraagde voorzieningen ongegrond verklaard.
De eigenaar van de woningen Zuilingstraat 72 en 74, die bij
raadsbesluit van 3 October 1927 onbewoonbaar verklaard wa
ren, teekende daartegen beroep aan, omdat hij in het pand zoo
belangrijke verbeteringen had aangebracht, dat z. i. geen ter
men voor onbewoonbaarverklaring meer bestonden.
Toen der Gezondheidscommissie bij een door haar ingesteld
onderzoek gebleken was, dat inderdaad de bovenwoning zoo
danig was verbeterd, dat de grond voor onbewoonbaarverkla
ring van het bovenhuis was vervallen, heeft haar afgevaar
digde ter openbare vergadering van Gedeputeerde Staten, op
2 Januari 1928 gehouden, namens de Gezondheidscommissie de
mondelinge verklaring afgelegd, dat de Commissie niet hand
haafde haar destijds ter zake uitgebracht advies, voor zooverre
dat op het bovenhuis Zuilingstraat 72 betrekking had. Gede
puteerde Staten hebben bij besluit van 9 Januari 1928 de onbe
woonbaarverklaring van de bovenwoning vernietigd, doch met
betrekking tot het benedenhuis de gevraagde voorziening on
gegrond verklaard.
Tegen de onbewoonbaarverklaring, uitgesproken in de
Raadszitting van 1 October 1928 over woningen in de Werf
straat, Keizerstraat en Wassenaarschestraat, kwam van 4 eige-
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.