Bijlage 37
VERSLAG van de Plaatselijke Commissie van Toezicht
op het Lager Onderwijs over 1928.
Ter voldoening aan het bepaalde in lid 3 van artikel 184 der
Lager-onderwijswet 1920 heeft de Plaatselijke Commissie van
Toezicht op het Lager Onderwijs te ’s-Gravenhage de eer hierbij
haar verslag uit te brengen over het jaar 1928.
De Commissie hield in 1928 twee vergaderingen.
Als de voornaamste onderwerpen, welke in die vergaderingen Voornaamste
werden behandeld, kunnen worden genoemd: behandelde
1. Het toezicht op het vakonderwijs in handwerken en in onderwerpen,
lichamelijke oefening. (Met de behandeling van dit onderwerp
was een aanvang gemaakt in de laatst gehouden vergadering
in het jaar 1927.)
2. Het door den Wethouder van Onderwijs om advies in
handen der Commissie gestelde Verslag der Commissie, welke in
1928 belast was met het instellen van een onderzoek naar de
kennis van hen, voor wie toelating gevraagd wordt tot de eerste
klasse der Hoogere Burgerscholen van de gemeente ’s-Graven
hage (Toelatingscommissie).
Zooals reeds in het verslag over 1927 werd medegedeeld, heeft
de Commissie met betrekking tot het toezicht op het vakonder
wijs aan den Wethouder van Onderwijs geadviseerd zijn aan
dacht daaraan te schenken.
Ten aanzien van het verslag der Toelatingscommissie heeft
de Commissie geadviseerd: 1. De lagere school worde niet lastig
gevallen met een deel der taak van de middelbare school;
2. Aan de lagere school worde zoo groot mogelijke invloed ver
zekerd op de samenstelling en redactie der examenopgaven en
op de beoordeeling van het schriftelijk werk. Secondair: In geen
geval worde het werk van die leerlingen, die niet naar de middel
bare school zullen gaan, aan de examencommissie ter hand
gesteld.
De tot schoolbezoek bevoegde leden hebben, voor zoover zij Schoolbezoek,
daartoe gelegenheid hadden, een aantal scholen bezocht.
Uit de naar aanleiding dier bezoeken uitgebrachte rapporten
blijkt, dat bij enkele aan de openbare straat gelegen scholen
hinder wordt ondervonden van het venten op straat. De Com
missie zou het zeer op prijs stellen, indien maatregelen getrof
fen werden, waardoor die hinder werd voorkomen.
Voorts werd met betrekking tot de bij de scholen behoorende