39 18 Toelatings- en eindexamens en overhang der leerlingen. Onderwijs vraagstukken, methoden enz. In het vorige verslag werd als een bijzonderheid vermeld, dat aan een der inrichtingen een blinde leerling was toegelaten. Die leerling w’erd thans bevorderd naar de 3de klasse. De leeraren blijven hem bijzondere aandacht schenken; hij is vrijgesteld van de lessen in handteekenen en lichamelijke oefening. De aan de meeste inrichtingen bestaande vereenigingen van leerlingen blijven zich verheugen in de belangstelling van leer lingen en leeraren. Aan enkele scholen is een regeling ingevoerd betreffende de z.g. klassevertegenwoordiging. De klassevertegenwoordigers helpen mee tot de goede organisatie van allerlei aangelegenheden betreffende de inwendige schoolorde. Het oordeel hierover blijft gunstig. Aan de H.B.S. aan de De Mient werd de proefneming met het Daltonstelsel met gunstig gevolg voortgezet. Verder bleven de proeven met een linguafoon aan de H.B.S. aan de Raamstraat goed bevallen. De gebrekkige aansluiting van het onderwijs der lagere scholen met dat, in de 1ste klasse der Hoogere Burger scholen, bleef merkbaar. Omtrent de resultaten van de toelatingsexamens, in 1927 ge houden, wordt verwezen naar de verslagen der betrokken examencommissies, hierachter als bijlagen opgenomen. Voor de gegevens betreffende de overgangsexamens, de resultaten van het onderwijs in de verschillende klassen, de eindexamens en het behalen van getuigschriften, wordt verwezen naar het Statistisch Gedeelte. Ten aanzien van de toelatingsexamens in 1928 kan het volgen de worden opgemerkt. Onder de oude regeling betreffende de toelatingsexamens tot de Hoogere Burgerscholen (K.B. van 25 Juni 1920, Stbl. no. 316) werden de candidaten als regel toegelaten op verklaring van het hoofd der lagere school. Degenen, die zoodanige verklaring niet konden verkrijgen, of die van elders kwamen, werden aan een examen onderworpen. In deze regeling werd verandering gebracht bij Koninklijk besluit van 7 Februari 1928, Stbl. no. 18. Daarbij is bepaald o.m. dat ieder, die tot de eerste klasse eener Hoogere Burgerschool als leerling wenscht te worden toegelaten, zich moet onderwerpen aan een onderzoek naar zijn (haar) kennis in de vakken: Neder- landsehe taal, Rekenen, Aardrijkskunde en Geschiedenis en naar zijn (haar) vaardigheid in het schrijven. Verder werd bepaald, dat het examen wordt af genomen door een commissie, door den directeur eener Hoogere Burgerschool VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1928 | | pagina 958