39
r
46
Gebleken is, dat verschil van opvatting bestond omtrent de
aan te nemen oorzaken van vertrek der leerlingen. Hoewel door
een aanteekening bij den desbetreffenden door de inrichtingen
in te vullen staat getracht is, hieraan tegemoet te komen, schijnt
ook thans nog geen uniforme opvatting te bestaan omtrent het
geen dient vermeld te worden als oorzaak van het vertrek van
een leerling. Daarom dient vergelijking van de volgende cijfers
voor het schooljaar 1926/1927 met die van 1927/1928 met eenig
voorbehoud te geschieden.
Alhoewel de desbetreffende gegevens niet geheel volledig
zijn, kan ten deze worden vermeld, dat van het totaal aantal
jongens en meisjes, dat in de jaren 1926/1927 en 1927/1928 de
school verliet (resp. 407 jongens, 303 meisjes en 530 jongens, 345
meisjes) niet minder dan onderscheidenlijk 126 jongens, 58
meisjes en 131 jongens, 66 meisjes naar een andere gelijk
waardige onderwijsinrichting overgingen (in pCt. 1926/1927 31,-
en 19,1; 1927/1928 24,4 en 19,1).
Bij het Handelsavondonderwijs blijkt het aantal leerlingen,
dat gedurende het schooljaar den cursus verlaat, belangrijk
grooter te zijn dan bij het dagonderwijs.
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
(Staat VIII.)
van den
Meisjes
Openbare Gymnasia.
Bijzondere H.B.S.
Openb. Handelsdagsch.
4.5
Minimum
leertijd.
Minimum
leertijd.
52,9
46,2
57,7
52,9
66,-
60,2
94,7
92,9
Minimum
leertijd
1 jaar.
32,4
50,-
36,6
35,-
23,4
36,9
5,3
7,1
35,5
34,6
14,6
5.7
43,8
59,6
16,3
20,7
Jongens.
62,-
72,4
65,2
71,2
73,9
60,6
66,7
84,6
68,2
Jongens.
84,4
25,2 (-)
51,4
56,7
11,7
31,5
1926/1927
1927/1928
Openbare H.B.S. 1926/1927
1927/1928
1926/1927
1927/1928
1926/1927
1927/1928
Te zamen.
87,-
27,8 (-)
55,6
55,7
38,5
28,6
Minimum
leertijd
1 jaar.
13,8
26,1
27,8
23,4
30,3
33,3
15,4
27,3
Minin’?
leert)»
4. 2 of
jaren
13,8
8,7
1,-
8,7
9,1
Openb. Gymnasia
n Hoogere Burgerscholen.
Bijz.
Openbare Handelsdagscholen
Gem. Handelscursussen
Bijz.
1926/1927.
Meisjes.
89,4
31,3 (-)
59,5
52,4
7,3
23,2
1) Tusschen haakjes de percentages voor E.B.S. No. VII
Aantal geslaagden voor het eindexamen, verdeeld naar den duur
Jongens
in pCt. van het totaal aantal.
Minimum
leertijd
-f- 2 of meer
jaren.
14,7
3,8
5,7
12,1
10,6
2,9
Te zamen
63,8 j
54,- (39,1) 50,- (33,3) 52,3 (38,i»
47,7
68,5
17,3
27,-
Aantal leerlingen, dat de school verliet wegens onvoldoende vljt of vorderin;»'
in pCt. van het totaal aantal vertrokkenen.
1927/1928.
Meisjes.
65,5