42 16 Gebouwen. Leerkrachten. Leerlingen. Onderwijs vraagstukken, methoden enz. Zoowel voor het gebouw van het Nederlandseh Lyceum aan de Willemstraat 40—40 a, als voor dat van het Roomseh-Katho- liek Lyceum voor Meisjes aan de Amaliastraat 1113, doen zich de bezwaren, voortspruitende uit de ondoelmatige en onvoldoen de inrichting en de ongunstige ligging ten opzichte van het straatrumoer, met onverminderde kracht gelden. Het gebouw aan de Willemstraat eischt dringend uitbreiding. De ligging dezer scholen met betrekking tot de woonplaatsen der leerlingen is gunstig. De wijze, waarop het onderwijzend personeel zijn taak ver vulde, geeft geen aanleiding tot het maken van bijzondere op merkingen. Benoemd werden aan het Lyceum aan de Willemstraat tot leeraar(es): J. J. Busch, A. C. W. Roodvoets, Mej. C. J. Blom, allen m. i. v. 1 September 1928 en Mej. E. Hijmans van Veenen- daal, m. i. v. 20 Januari 1929. Aan het Lyceum voor Meisjes werden benoemd: Drs. J. P. Chr. de Boer tot rector, en tot leeraar(es) Dr. F. P. G. A. J. van Agt en Mej. A. van der Wiele, allen m. i. v. 1 September 1929. Aan laatstgenoemde school werd ontslag verleend als leera- res aan Mej. T. Haye en Mej. A. Pinke en aan Dr. F. P. G. A. J. van Agt, als directeur der afdeeling H.B.S. en waarnemend rector van het gymnasium, allen m. i. v. 1 September 1929. Op 28 October 1928 overleed de leeraar Dr. H. Raken. Gedurende het afgeloopen cursusjaar waren verscheidene leerkrachten aan andere inrichtingen van onderwijs •werkzaam. Het verzuim onder het onderwijzend personeel was gering. Gedrag, vlijt en vorderingen der leerlingen geven geen aan leiding tot het maken van bijzondere opmerkingen. De gezondheidstoestand der leerlingen was goed; het verzuim was gering, behoudens gedurende het tijdperk van strenge koude. Aan beide onderwijsinrichtingen bestaan eenige leerlingen- vereenigingen. Aan het Lyceum aan de Willemstraat bestaat een regeling betreffende klasse-vertegenwoordiging. De uitkomsten hiervan zijn bevredigend en zijn afhankelijk van de persoonlijkheid der gekozenen. Aan het Lyceum aan de Willemstraat bleef de aandacht ge vestigd op het vraagstuk van de vereeniging van klassikaal en individueel onderwijs. Proefnemingen in dezen zin leverden slechts gedeeltelijk bevredigende uitkomsten op. Bij niet te VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS. Illb. LYCEA (BIJZONDERE).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1929 | | pagina 1006