Bijlage 1 het Gemeentelijk Scheidsgerecht over het VERSLAG van jaar 1929. Het Scheidsgerecht was samengesteld als volgtMr. J. Plan- Samenstelling, tenga bekleedde de functie van lid-voorzitterMr. Dr. J. H. R. Sinninghe Damsté die van plaatsvervangend-lid-voorzitter. Beide heeren zijn als zoodanig benoemd door den Gemeenteraad. Als leden, gekozen door de hoofden van takken van Gemeentedienst, traden op de heeren Ir. W. C. van Manen en H. W. Nicolaï en als hun plaatsvervangers de heeren Jhr. Mr. E. C. U. van Doorn, Jhr. Ir. J. Röell, Ir. J. D. Tours en Mr. J. D. Verbroek; als leden, gekozen door de vakvereenigingen van ambtenaren en werklieden, die recht hebben op vertegenwoordiging in de Centrale Commissie van Overleg, de heeren Th. B. V. Dill en Ir. S. Lindeman en als hun plaatsvervangers de heeren B. Coltof, A. H. van Deth, J. van Seggelen en L. Vermeulen. Secretaris was Mr. Dr. J. J. Boasson en plaatsvervangend secretaris de heeren J. van Wijk en Mr. J. Kunst, terwijl de heer L. J. H. Kuijpers, adjunct-commies ter Gemeentesecretarie, door Burge meester en Wethouders daartoe aangewezen, den secretaris bij de zittingen bijstond. In het jaar 1929 werden in totaal 12 zittingen gehouden. Werkzaam- Behandeld werden 14 beroepenin 4 gevallen werd advies uit- heden, gebracht, nadat dit op grond van de desbetreffende bepalingen door Burgemeester en Wethouders was gevraagd. In deze 4 ge vallen zijn begrepen 2 adviezen over de zaken No. 7 en 8 (zie bijlage I), waarin het Scheidsgerecht ook een bindende uitspraak had gedaan, die hierna is toegelicht In twee gevallen moest het Scheidsgerecht beslissen of het bevoegd was het ingestelde beroep in behandeling te nemen. Het eene geval betrof een door een geneeskundige bij den Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezondheidsdienst ingesteld beroep naar aanleiding van een hem door den Directeur ge geven schriftelijke berisping en het andere een door een bank-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1929 | | pagina 100