42
42
Deze cijfers zijn dus voor de verschillende richtingen van
het onderwijs ongeveer even hoog.
Merkwaardig is, dat, terwijl bij de Openbare Gymnasia en
Hoogere Burgerscholen de percentages voor de meisjes hooger
zijn dan voor de jongens, het omgekeerde het geval is bij de
Bijzondere Gymnasia en Hoogere Burgerscholen.
Voor de jaren 1926/1927 en 1927/1928 waren de percentages
voor de meisjes telkens lager dan die voor de jongens.
Een bepaalde conclusie is uit deze gegevens niet te trekken
bij de lagere klassen valt een aantal vergeleken met die der
hoogere lage percentages op.
Ook ten aanzien van de cijfers voor de verschillende rich
tingen van het onderwijs afzonderlijk valt het moeilijk een
bepaald verloop vast te stellen.
Voor alle klassen te zamen bij de verschillende richtingen
van het onderwijs zijn de percentages de volgende:
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
J.
64,9
84,7
(Staat VI.)
20,5
17,9
1) Zonder no. V.
2) Geen opgaven voor 1926/1927 en 1927/1928.
3) Niet berekend wegens te kleine aantallen.
29,5
22,5
13,3
30,7
22,5
12,2
18,8
20,3
28,3
13,5
18,6
26,-
5,6
8,2
Schooljaar 1926/1927
1927 1928
1928/1929
J.
75,1
72,1
76,2
J.
75,1
73,6
75,1
23,6
11,6
8,8
J.
75,8
76,2
74,8
19,1
3)
23,9
7,5
21,1
B(jz.
Gymnasia. 2)
M.
Openb.
Gymnasia.
M.
77,4
72,9
80,4
dagschotel).
II.
76,1
82.6
71,7
Openbare Gymnasia
Bijzondere
Openbare Hoogere Burgerscholen
Bijzondere
Openbare Handelsdagscholen
Aantal jongens en meisjes aan het einde van het schooljaar
bevorderd van de le naar de 2e klasse na 2 jaar verblijf
in de le klasse, in pCt. van het aantal bevorderden.
Jongens.
1926/1927. 1927/1928. 1928/1929.
23,6
Meisjes.
1926/1927. 1927/1928. 1928/1®
12,5
Openb. Hoogere Byz. Hoogere Openb. Handel-
Burgerscholen. Burgerscholen. dagschotel).
M.
79,6
78,3
80,-
J. M.
75,7 72,9
82,9 81,2
83,6 79,1