45
Bjjlage
INLEIDING.
PERSONEEL.
I.
VERSLAG van den Directeur van den Dienst voor
Kunsten en Wetenschappen over 1929.
Dit verslag bepaalt zich, zooals ook zijn voorgangers deden,
tot een kort vermelden van de gebeurtenissen in dit jaar; in
de behoefte om uitvoeriger over onze aanwinsten als over
andere gewichtige zaken te handelen, voorzien de door mijn
Dienst uitgegeven „Mededeelingen”.
Met erkentelijkheid kan ik melding maken van het Besluit
van den Gemeenteraad, waarbij de gelden voor den Museum-
bouw werden gevoteerd en ook van de belangstelling voor ons
werk, welke geregeld blijkt toe te nemen.
Met erkentelijkheid maak ik gewag van den ook dit jaar
voortgezetten volontairen arbeid van mej. D. M. E. Hooykaas
en mej. C. A. van Hees en van dien van jonkvr. H. de Geer,
die ons op dezen voet behulpzaam was gedurende een groot
gedeelte van dit jaar.
Het personeel bestond uit de volgende ambtenaren (op 1 Ja-Sterkte,
nuari 1930):
Algemeene Dienst: 1 directeur en 4 ambtenaren.
Afdeeling Museum Korte Vijverberg: 1 bediende, 1 tijd, be
diende, 3 zaalwachters en 1 tijd, zaalwachter wachtgelder.
Afd. Tijd. Museum voor Moderne Kunst: 1 bediende en 2 zaal
wachters.
Afdeeling Museum Bredius: 1 bediende en 1 zaalwachter.
Bovendien zijn aan den Dienst verbonden: 3 werkvrouwen
en 1 tijd, werkvrouw.
Bijzondere verloven werden genoten door dr. Gallois voor Bijzondere ver-
bezoeken aan de Hollandsche Tentoonstelling te Londen en loven,
aan de Chineesche Tentoonstelling te Berlijn; door dr.
Knuttel voor een zelfde bezoek aan Londen en voor een reis
naar Polen tot het houden van voordrachten over Nederland-
sche kunst; door ondergeteekende voor het bijwonen van een
samenkomst van het Office des Musées van het I. C. I. te Parijs.