45 8 VI. MUSEUM VOOR MODERNE KUNST. Geschenken. Aanwinsten Alleen de tentoonstelling van aanwinsten uit alle afdeelingen tentoonstelling, van onze Musea, in de zomermaanden van dit jaar gehouden, onderbrak den geregelden gang van zaken in het Museum voor Moderne Kunst. Deze tentoonstelling, die veel bezoekers trok, liet nog eens duidelijk zien, hoe, vooral voor dit Museum, slechts een klein gedeelte van het bezit geëxposeerd kan worden. Want niet alleen de schilderijen en aquarellen, maar ook de voorwerpen van moderne kunstnijverheid, de kleine beeldhouwwerken en de teekeningen komen hoe langer hoe meer in het gedrang. Na deze tentoonstelling werden de zalen in hoofdzaak weder als te voren ingericht, maar toch moesten enkele der nieuwe aanwinsten blijvend geëxposeerd worden, terwijl ook het ter beschikking stellen van eenige werken voor tentoonstellingen, waartoe wij ons, in verband met ons plaatsgebrek, principieel wel geneigd voelen, omschikkingen noodzakelijk maakte. Beschrjjvings- Een aanvang werd gemaakt met de eerste redactie van den werkzaamheden, catalogus van schilderijen, aquarellen, teekeningen en beeld houwwerken. Het verspreid zijn van de bezittingen bemoeilijkt deze werkzaamheden zeer, die bovendien voortdurend onder broken moeten worden door tal van opgaven, die onmiddelijke afdoening vragen. Daarbij komt, dat de volontaire mej. C. A. van Hees, die dr. Knuttel bij deze werkzaamheden ter zijde zou staan, zich tegen het einde van het jaar voor langeren tijd teruggetrokken heeft, om zich voor te bereiden op het can- didaatsexamen kunstgeschiedenis. Wanneer het gereedkomen van dezen catalogus nog steeds op zich laat wachten, is dit te wijten aan het overbelast zijn van den hiervoor aangewezen ambtenaar. Verschillende belangrijke aanwinsten zijn voor dit jaar aan te teekenen. In de eerste plaats moet de groote Zee van Tholen genoemd worden, een der belangrijkste werken van dezen meester uit de laatste jaren, die ons door een vriend van het museum werd geschonken. Van enkele vrienden van den schilder kregen wij een stilleven van Jhr. Dittlinger; een bijzonder fraai gezicht op de Theems werd ons uit de nalatenschap van den fijnen, langen tijd in Engeland gewerkt hebbenden W. L. Bruckmann aan geboden; de heer D. Hoogendijk, kunsthandelaar te Amsterdam, schonk een fijn, romantisch landschapje (de Drachenfels van den ouderen en weinig bekenden landschapschilder C. H. Meiners, terwijl wij ten slotte nog yan bevriende zijde een schildering VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1929 | | pagina 1123