47
20
Straffen.
Verzorging van
zieken en hulp
behoevenden.
Ontspanning.
Toestand van de
verzorgden.
der Invaliditeitswet en ingevolge de Ouderdomswet 1919, 3
een uitkeering ontvingen ingevolge de Ongevallenwet, 16 een
pensioen genoten en 3 een lijfrente ontvingen, kon een gedeelte
der verzorgingskosten worden verhaald. Bovendien kon dit voor
130 personen uit anderen hoofde geschieden. De kosten werden
geheel terugbetaald voor 33 personen met 4783 verpleegdagen.
Opgemerkt dient te worden, dat vaak als ongeneeslijk uit
de ziekenhuizen ontslagen patiënten, die elders geen onderdak
kunnen vinden, naar het Tehuis voor Ouden van Dagen worden
overgebracht, daar de verpleging in deze inrichting gcedkooper
is dan in de ziekenhuizen. Kwamen er gedurende het jaar
1928 43 sterfgevallen voor, dit aantal bedroeg in 1929: 36.
Regelmatig werd de inrichting bezocht door een genees
kundige van den Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezond
heidsdienst, door wien zoo noodig geneeskundige bijstand werd
verleend.
Het aantal hulpbehoevenden was steeds stijgende.
Het aantal helpsters en verpleegsters in vasten dienst be
droeg op 31 December respectievelijk 11 en 2.
Door het Comité tot organiseeren' van autotochten voor ver
pleegden, werd aan de verzorgden een autotocht aangeboden,
waarvan door hen, voor zoover hun lichamelijke gesteldheid
dit toeliet, gebruik werd gemaakt.
Hetzelfde Comité zorgde voor een extra versnapering ten
behoeve van de verzorgden op Oudejaarsavond.
Evenals in vorige jaren werden ook in 1929 gezellige avondjes
gehouden, waarvoor diverse personen en vereenigingen zich
belangeloos beschikbaar stelden.
Zoowel het een als het ander werd ten zeerste gewaardeerd.
In de Bestuursvergadering van 2 October 1929 werd be
sloten ten behoeve van de verpleegden een radio installatie te
doen aanbrengen.
Over het gedrag der verzorgden viel over het algemeen
niet te klagen, hoewel enkele straffen moesten worden opge
legd. Drankmisbruik was meestal hiervan de oorzaak.
VI. VERZORGING IN HET KINDERHUIS.
In verband met de omstandigheid, dat particuliere inrich
tingen in den regel aan aanvragen van den Dienst om opname
van kinderen konden voldoen, werd in de vergadering van
16 Mei 1929 door het Bestuur besloten tot opheffing van het
Gemeentelijk Kinderhuis over te gaan.
De verzorging van kinderen in het Kinderhuis geschiedde
krachtens artikel 27 sub d van het reglement op den Dienst.
VERSLAG MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON.