13
8
Plan Leyenburg.
Gewestelfik plan.
Plan Kom Loos-
duinen.
Plan Kon.-Wil-
helminalaan te keurde de Raad het bebouwingsplan goed voor de aan de Gemeente
Voorburg.
toebehoorende terreinen, gelegen te Voorburg tusschen de spoor
baan naar Gouda en de Kon.-Wilhelminalaan.
Plan Binckhorst- Ten aanzien van de geprojecteerde havens in den Binckhorst-
havens. polder werd nader overleg gepleegd met het Gemeentebestuur
van Voorburg en mag worden aangenomen, dat er thans van
die zijde geen overwegende bezwaren meer tegen dit plan
bestaan.
Onder intrekking van zijn besluit van 24 October 1921 (Bijlage
No. 1026) vereenigde de Raad zich in zijn vergadering van
22 Juli 1929 (Bijlage No. 511) met het voorstel van Burgemeester
en Wethouders om de onteigening te verkrijgen van de benoo-
digde gronden.
De betrekkelijke onteigeningsbescheiden zijn ingezonden.
Het materiaal, verzameld door de technische diensten van
de gemeenten Rotterdam en 's-Gravenhage, ter voorbereiding
Het plan van uitbreiding voor gronden, gelegen ten Zuid-Oosten
van de Loosduinschevaart, tusschen de Soestdijkschekade en den
Leywreg(L) („Leyenburg”) met de op dit plan betrekking hebbende
bebouwingsverordening, heeft van 14 Augustus tot en met 10
September 1929 ter visie gelegen. Naar aanleiding hiervan
waren verschillende bezwaarschriften te behandelen.
De definitieve vaststelling van het plan kreeg in 1929 nog
niet haar beslag.
Plan Reigers- In het vorige verslag werd mededeeling gedaan van de indie-
bergen-Maria- ning van het voorstel tot herziening van het algemeen uitbrei-
hoeve. dingsplan der Gemeente voor zoover betrekking hebbende op
de terreinen, gelegen in het Z.O. deel der Gemeente, tusschen
den Leidschestraatweg en de grens der Gemeente.
In een gemeenschappelijk schrijven van den door Burge
meester en Wethouders daartoe aangezochten adviseur Dr. Berlage
en ondergeteekende werd op 8 April 1929 aan Burgemeester en
Wethouders advies uitgebracht met betrekking tot het onderhavige
plan.
In verband met door Burgemeester en Wethouders gemaakte
opmerkingen werd een nader plan ingezonden bij schrijven van
13 December 1929.
Het uitbreidingsplan „Kom Loosduinen”, vastgesteld in de
Raadsvergadering van 1 December 1927, werd bij besluit van
Gedeputeerde Staten, G.S. No. 22 d.d. 3 September 1929, door
dit College goedgekeurd ten gevolge waarvan het plan met
ingang van 27 September 1929 op de Gemeentesecretarie ter
inzage kon worden gelegd.
In zijn vergadering van 4 November (Bijlage No. 764)
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.