13
9
Stompwijk werd overleg ge- Opheffing tol.
andere uitbrei
dingsplannen.
hage-Amster
dam.
en propageering van een gewestelijk plan voor Zuid-Holland-
West, werd van 29 Maart tot 6 April in het Gymnasium
aan de Laan van Meerdervoort tentoongesteld. De 70 kaar
ten en grafieken werden door een groot aantal personen
bezichtigd.
De door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland ingestelde
Commissie voor de uitbreidingsplannen verzocht aan de ge
meentebesturen van Rotterdam en ’s-Gravenhage het verza
melde materiaal te willen bijhouden, ten einde bij de voorbe
reiding van gewestelijke plannen in de provincie Zuid-Holland,
waartoe deze Commissie hoopt te kunnen overgaan, nuttig
gebruik van die gegevens te kunnen maken.
Herhaaldelijk werden bij de door Gedeputeerde Staten van Aansluiting van
Zuid-Holland ingestelde Commissie voor de uitbreidingsplannen
opmerkingen gemaakt betreffende uitbreidingsplannen van aan
grenzende of naburige gemeenten.
In verscheidene gevallen bleek het mogelijk deze uitbrei
dingsplannen zoodanig te wijzigen, dat met de belangen van
’s-Gravenhage rekening werd gehouden.
In December 1928 werd dezerzijds onder de aandacht van Weg ’s-Graven-
Burgemeester en Wethouders gebracht, dat op de ontwerp-be-
grooting van het Wegenfonds voor het dienstjaar 1929 voorkwam
een memoriepost voor grondaankoop ten behoeve van den
Rijksweg AmsterdamSassenheim.
Indien deze memoriepost door de Tweede Kamer zou worden
aanvaard, zou daarmede in beginsel zijn uitgemaakt, dat de
door het Gemeentebestuur van Den Haag bepleite rechtstreek-
sche verbinding tusschen Amsterdam en de residentie (beoosten
Leiden) niet tot stand komt.
Naar aanleiding daarvan wendden Burgemeester en Wet
houders zich op 8 Januari 1929 met een adres tot de Tweede
Kamer met het gemotiveerde verzoek om bedoelden memoriepost
niet aan te nemen.
In verband met dit adres is door den Minister van Water
staat een nader onderzoek gelast naar de mogelijkheid van een
recbtstreeksche verbinding als bedoeld in het verzoek van het
Gemeentebestuur van 's-Gravenhage. Aan het einde van het
verslagjaar was hieromtrent nog niets definitiefs bekend.
Met het gemeentebestuur van f'
pleegd omtrent de mogelijkheid om te geraken tot de opheffing
van den tol nabij Leidschendam, op den weg naar Zoetermeer.
Tot een afwikkeling van deze zaak is het echter nog niet
kunnen komen.
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.