13
10
Idem ten Oosten
Keizerstraat.
Doortrekking
I.aakkanaal.
van de Keizer
straat.
In verband met een verbreeding van de Laan van Nieuw-
Oost-Indië op Voorburgsch gebied was het noodig met het be
stuur van die gemeente een overeenkomst aan te gaan, waarbij
het op het gebied dezer gemeente gelegen deel dier laan door
Voorburg aan ’s-Gravenhage wordt overgedragen. Ten einde
een nabij gelegen terrein in verbinding te kunnen brengen met
de Laan van Nieuw-Oost-Indië is een overeenkomst met de
Ned. Spoorwegen noodig.
Voorstellen om hiertoe te geraken werden bij Burgemeester
en Wethouders ingediend. Inmiddels werd met Voorburg over
eenstemming bereikt aangaande de overneming van grond,
alsmede over de uit te voeren werkzaamheden. Een Raads
besluit waarbij de transactie met Voorburg wordt goedgekeurd
was aan het einde van het verslagjaar nog niet genomen.
Doortrekking
Laan van Meer-eenigde de Raad zich met het voorstel om de Laan van Meer
der voort en
verbreiding
Kykduiiische-
straat
(Loosduinen).
Laan van Nieuw-
Oost-Indië.
dervoort door te trekken van den Pioenweg af tot aan de
Kijkduinschestraat (L.) en deze laan, alsmede de Kijkduin-
schestraat, een breedte te geven van 40 M.
Verbetering De besprekingen met de betrokken Rijks-autoriteiten betref-
Ond-Sehevenin- fende het verkrijgen van flnancieelen steun ten behoeve van
gen ten* Z.-M(]e verbetering van Oud-Scheveningen ten Z.-W. van de Kei-
zerstraat werden voortgezet.
In zijn vergadering van 6 December 1929 (Bijlage No. 671)
keurde de Raad het plan voor de verbetering goed en besloot
in beginsel tot onteigening, voor zoover noodig, van de gronden
en machtigde Burgemeester en Wethouders ten behoeve van
de uitvoering van het bouwplan een jaarlijksche bijdrage uit
’s Rijks kas aan te vragen.
ïn aansluiting aan het in het vorig verslag medegedeelde
omtrent de verbetering van Oud-Scheveningen ten Oosten van
de Keizerstraat, kan slechts worden medegedeeld, dat aan het
einde van het verslagjaar geen desbetreffend voorstel den Raad
had bereikt.
Bij schrijven van 13 Februari 1929 en 19 Juni 1929 werden
door den Directeur van Gemeentewerken en ondergeteekende
gemeenschappelijke voorstellen bij Burgemeester en Wethouders
ingediend betreffende het tracé van de verbinding van het
Laakkanaal met Loosduinen. Aan het einde van het verslagjaar
was deze zaak nog aanhangig.
In zijn vergadering van den 8en Juli (Bijlage No. 474) ver-
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.