14
4
Verhuring.
Huuropzegging.
Inningderhuren;
huurschade.
Algemeen over
zicht.
9
5
5
Op 1 Januari 1929 bedroeg het aantal in het belang der
volkshuisvesting gebouwde en verbouwde verhuurbare Gemeente-
woningen 7169, benevens 122 winkelwoningen, 4 winkels en
103 pakhuizen, werkplaatsen en stallen. Op 31 December 1929
was dit aantal gedaald tot 7159 woningen, benevens 122 winkel
woningen, 4 winkels en 104 pakhuizen,'werkplaatsen en stallen.
De daling van het aantal woningen is ontstaan door verkoop
van 10 perceelen aan den Loosduinscheweg.
De bij dit verslag gevoegde tabel I geeft een overzicht van
het aantal woningen enz. aan het begin en aan het einde van
dit jaar; tabel II geeft eenzelfde overzicht naar de huurwaarde
der woningentabel III geeft een overzicht van de samenstelling
der gezinnen; tabel IV van de beroepen der huurders; tabel V
van de dienstbetrekking van het gezinshoofd. De drie laatst
bedoelde staten zijn gesplitst naar de ligging der complexen.
Tabellen VI, VII en VIII geven een overzicht van de huur-
inning.
De grafieken 1, 2, 3 en 4 geven respectievelijk weer:
huurverlies en huurschuld; aantal woningen en bruto huur;
gemiddeld tekort per woning en per jaar; leegstaande
woningen.
Het aantal aanvragen voor Gemeentewoningen bedroeg 2697
d. i. 253 minder dan in 1928. Het aantal nieuwe aanvragen te
Scheveningen bedraagt dit jaar 418, terwijl nog aan 643 oude
aanvragen niet kon worden voldaan. De behoefte aan goed-
koope woningen voor de visschersbevolking is dan ook nog
zeer groot.
In 78 gevallen bleek het noodzakelijk de huur op te zeggen.
De reden van opzegging was in
59 gevallen wanbetaling;
wangedrag of burenruzie;
weigering tot ontruiming van de woning
andere oorzaken.
36 huurders zijn inmiddels vertrokken; 32 huurders hebben
geheel of gedeeltelijk de achterstallige huur aangezuiverd; in
2 gevallen moest tot gerechtelijke uitzetting worden overgegaan.
De overige gevallen zijn nog in behandeling.
Op een totaal bedrag van f 2.045.860,68 aan verschuldigde
huur (met inbegrip van glasverzekering) moest f579,15 of 0,04
als verlies worden afgeschreven, terwijl de huurschuld aan het
einde van het jaar f 374,40 of 0,02 bedroeg.
II. EXPLOITATIE DER NIEUWE WONINGEN.
VERSL. VAN DE STICHTING CENTRAAL WONINGBEHEER.
r>
n
n