14
21
Bedryfsrekening 1929.
Omtrent de Bedrijfsrekening valt het volgende op te merken.
De artikelen I, II en III van de Baten en de artikelen I
tot en met XII van de Lasten hebben betrekking op de exploitatie
der door de Gemeente ten behoeve van de Volkshuisvesting
gebouwde of aangekochte woningen. De artikelen IV en V van
de Baten en de artikelen XIII en XIV van de Lasten houden
verband met het beheer van de oude gemeentewoningen, welk
beheer aan de Stichting is opgedragen. Op artikel XV van de
Lasten zijn verantwoord de kosten der voor rekening van de
Gemeente verrichte diensten, welke geacht kunnen worden
geheel buiten de exploitatie van de Stichting te staan.
Artikel VII van de Baten en artikel XVI van de Lasten
zijn Uitkeeringsrekeningen, waarop respectievelijk de kosten,
vermeld onder artikel XIII, XIV en XV van de Lasten, en
de Inkomsten, genoemd onder artikel IV en V van de Baten
tot uitdrukking zijn gebracht.
Ter bepaling van het cijfer der „Algemeene Onkosten”,
hetwelk ten laste is gebracht van de exploitatie der woningen
voor de Volkshuisvesting, is het geboekte bedrag genoemd
onder artikel XI van de Lasten verrekend met het bedrag
vermeld onder artikel VI van de Baten (zie de desbetreffende
aanteekening op de „Bedrijfsrekening”).
Het aanvankelijk geraamd nadeelig saldo ad f 473.270.63
ondervond geen tusschentijdsche wijzigingen. Op Baten en
Lasten werd in totaal geboekt respectievelijk f 2.222.359,15 en
f 2.687.769,99, alzoo een meerdere boeking op Baten en Lasten
ad f 79.983,15 en f 72.123,36, waardoor het geboekte nadeelig
saldo f 7.859,79 lager is dan de raming.
Voor zoover de baten betreft wordt de hoogere boeking in
hoofdzaak veroorzaakt door de ten bate van artikel V „Inkomsten
van andere dan de onder artikel I bedoelde woningen” en
artikel H „Reserve voor onderhoud ten behoeve van de onder
artikel I bedoelde woningen” geboekte bedragen.
Ten aanzien van de Lasten zij hier opgemerkt, dat de hoogere
boeking voornamelijk veroorzaakt wordt door de artikelen II,
IX, X en XIII, respectievelijk „Reserve voor onderhoud ten
behoeve van de onder artikel I bedoelde woningen”, „Huur-
derving onverhuurd”, „Huurderving oninbaar” en „Kosten van
andere dan de onder artikel I bedoelde woningen”.
IV. FINANCIEEL OVERZICHT.
VERSL. VAN DE STICHTING CENTRAAL WONINGBEHEER.