Btylage 21
M.H.,
Aan den Raad van Commissarissen der N.V.
Haagsche Bouwmaatschappij (Habo).
Hierbij hebben wij de eer U verslag uit te brengen over
het bedrijf der N.V. Haagsche Bouwmaatschappij (Habo) gedurende
1929, het negende boekjaar der Vennootschap.
In het afgeloopen jaar heeft de uitvoering der verschillende
bouwwerken, behoudens eene langdurige vertraging ten gevolge
van den strengen winter, regelmatig voortgang kunnen vinden.
Het collectieve arbeidscontract voor de bouwvakken, hetwelk
in Februari 1929 ten einde liep, is na langdurige on derhandelingen
tusschen de vertegenwoordigers der werkgevers en werknemers
verlengd. Hierbij zijn verschillende wijzigingen aangebracht,
waarvan wel de voornaamste is, dat eene vacantie van drie
werkdagen voor de bouwvakarbeiders wordt ingevoerd. Deze
zal voor het eerst in 1930 worden genoten.
In 1929 nam de Habo wederom regelmatig deel aan alle
door of met geldelijken steun van de Gemeente uitgeschreven
openbare en onderhandsche aanbestedingen, in totaal ca. 110 stuks.
Op deze wijze werden 16 opdrachten in concurrentie met
particuliere aannemers verkregen. Daarnaast ontving zij enkele
opdrachten voor spoedwerken, ingewikkelde verbouwingen en
onderhoudswerken ter uitvoering in regie.
In verband met de opdracht, welke de Habo ontving van
vier Gemeentebedrijven voor het leggen van buizen en kabels
in de openbare wegen, organiseerde zij hiervoor een afzonderlijke
afdeeling, welke deze werkzaamheden uitvoert.
VERSLAG van de N.V. Haagsche Bouwmaatschappij
(Habo) over het jaar 1929.
Het bestuur (de Raad van Commissarissen) is als volgt samengesteld:
F. N. V. Quant en Ir. P. Bakker Schut (Raad van Toezicht); E. Bruinwold Riedel,
A. E. Meelis, W. Greve Jr., H. W. Bosch, W. Verschoor, A. C. A. van Vuuren
en A. J. Wildschut; secretaris: Mr. J. Kunst; directeur: Ir. J. K. Tromp.