25 2 PERSONEEL. II. a. 186 TOESTAND DER WERKEN. III. Watervang. a. Regenval. Grondwater standen. 155 7 2 22 30 73 Het verslagjaar onderscheidde zich door een geringen regen val. De neerslag bedroeg n.l. niet meer dan 556 mm (v.j. 737,5 mm), hetgeen 80 van het gemiddelde (697 mm) der laatste 53 jaren is. Februari, met slechts 4,3 mm, was de droogste, October, met 139 mm, de natste maand des jaars. Het maximum binnen een etmaal viel op 19 October, zijnde dit 26 mm. Van beteekenis voor de voeding der watervang was, dat in de eerste drie maanden slechts 39 mm regen viel (gemiddelde over de voorgaande 20 jaren 138 mm). Daarentegen bedroeg de neerslag in het laatste kwartaal des jaars 289 mm (ge middelde over de voorgaande 20 jaren 228 mm). Voor 65 peilputten, waarvan ondersteld mocht worden, dat ze practisch buiten invloed stonden van bijzondere afpompingen, Het personeel bij de Duinwaterleiding was op den 31en De cember van het verslagjaar als volgt samengesteld. Ambtenaren in vasten dienst: Directeur en technisch personeel Administrateur en administratief personeel Inspecteurs, controleurs, meteropnemers en bedienend personeel b. in tijdelijken dienst 2. Bij Raadsbesluit van 4 November 1929 (Bijlage 652) werden met ingang van 1 Januari 1930 de huren der meters van 19, 25, 32 en 38 mm eenigszins verlaagd. 52 162 Bovendien waren 3 personen bij het Bedrijf gedetacheerd, 5 in lossen dienst en 2 als reserve-meteropnemer werkzaam. Werklieden in vasten dienst in tijdelijken dienst in lossen dienst. jongmaatjes VERSLAG DER DUINWATERLEIDING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1929 | | pagina 437