25 3 als bij de werken tot verlenging van sprank A voorkwamen, of van andere toevallige oorzaken, is af te leiden, dat de grond waterstand aan het einde van het verslagjaar gemiddeld bijna 28 cm lager was dan aan het begin hiervan. (Op denzelfilen grondslag berekend gaf het jaar 1928 een gemiddelde daling van 18 cm.) In verband met den gunstigen regenval in het laatste kwartaal van 1929 rees het grondwater in dat tijdvak 33 cm. Het gemiddelde van de waterstanden in de verzamelkom Waterstanden bedroeg 1,40 m D.P. (vorig jaar 0,87 m D.P.). Deze daling verzamelkom. vindt in hoofdzaak haar verklaring in den hierboven genoemden geringen regenval. Aangeteekend zij hierbij, dat sprank A, de zoogenaamde oostelijke hoofdader, gedurende 8 */2 maand rechtstreeks werd afgepompt en wel tot 1,50 m beneden D.P. De verlengde hoofdader werd tegen het einde van het verslag- Onderhoud drai- jaar schoongemaakt in de vakken XXIV-XXVII. neerwerken. De uitkomsten van het chlooronderzoek, dat voor 200 draineer- Chlooronderzoek putten tweemaal werd ingesteld, blijven wijzen op de nood- draineerputten. zakelijkheid, de waterwinning in de ’t dichtst bij zee gelegen draineerwerken te beperken. De verlenging van sprank A op Meijendel strekte zich uit Verlenging van over een lengte van ruim 540 m, op welke lengte 21 draineer- sprank A. putten zijn aangebracht. Ter aanvulling van het in de voorgaande jaren verrichte Voortgezet onderzoek werd in den Kijfhoek een drietal peilputten gemaakt, waardoor het o.m. mogelijk was vast te stellen, dat de grond waterstand ter plaatse niet onder invloed staat van de daar voorkomende bodemverheffing. In verband met de reeds vermelde verlenging van sprank A Overige werken moest het zandlichaam van den straatweg op Meijendel, ter op het terrein plaatse van de kruising met die sprank, verwijderd worden, der watervang. Met het oog hierop werd, door tijdelijke omlegging van dien weg over een dam in de nieuwe ontgraving der sprank, gelegen heid gegeven het verkeer op Meijendel in stand te houden. Ook werd op het terrein der watervang het vereischte onder- Onderhoudswer- houdswerk verricht, als beplantingen met helm, herstel van ken op de ter- bermen, uitbreiding van bestaande en plaatsing van nieuwe reinen van de afrasteringen enz. watervang. De door het raadslid A. C. A. van Vuuren op 16 April 1928 Motie- ingediende motie, luidende als volgt: Van Vuuren. VERSLAG DER DUINWATERLEIDING. onderzoek nieuw water wingebied. „De Raad, van oordeel, dat het gewenscht is met bekwamen spoed te doen nagaan le. of de tegenwoordige waterleiding met de terreinen, waarover de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1929 | | pagina 438