30
8
(3 positieve bevindingen), 89 varkens (12 posit, bev.) 33 vette
kalveren (8 posit, bev.), 26 graskalveren (3 posit, bev.), 42
nuchtere kalveren (16 posit, bev.) 8 schapen (0 posit, bev.) en
3 geiten (0 posit, bev.).
Omtrent de positieve bevindingen (het voorkomen van
kiemen in het vleesch) kunnen de volgende nadere bijzonder
heden gemeld worden.
Bacillen uit de paratyphusgroep werden 14 maal geconsta
teerd en wel bij 3 varkens met varkenspest, 5 vette kalveren
met miliaire orgaannecrose, 2 vette kalveren met lobulaire
pneumonie, gepaard met sterke milttumor, 1 nuchter kalf met
lobaire pneumonie, 1 nuchter kalf, hetwelk in nood gedood was,
maar een negatief sectiebeeld vertoonde en 2 nuchtere kalve
ren met polyarthritis, (waarvan 1 maal gemengd met colibacillen).
Colibacillen werden 8 maal gevonden t.w. bij 1 rund met
arthritis, 1 graskalf met algemeen septische verschijnselen, 1
nuchter kalf met pneumonie, 2 nuchtere kalveren met coliba-
cillosis, 2 nuchtere kalveren met polyarthritis en bij een partij
in beslag genomen nuchter kalfsvleesch, waaraan de organen
ontbraken.
Bacillus pyogenes kwam voor bij 1 kalf met polyarthritis en
bij 1 nuchter kalf met talrijke haemorrhagiën en sterk haemor-
rhagische lymphklieren.
Micrococcen werden 4 X geconstateerd en wel bij 1 rund
met endometritis, 1 rund met thrombophlebitis van de vena
cava-posterior, gepaard met uitgebreide thrombose van de long-
vaten, 1 varken met enteritis en bij 1 varken met op pest
gelijkende verschijnselen, maar waarbij uit lymphklieren,organen
en vleesch micrococcen groeiden.
Streptococcen werden gevonden bij 1 rund met abcessen
in verschillende organen.
Boutvuurbacillen werden aangetroffen in het vleesch van
1 vet kalf en 2 graskalveren met houtvuur.
Saprophyten konden 5 maal vastgesteld worden en wel bij
1 rund met endometritis-peritonitis, 1 paard met enteritis, 1
paard uit nood geslacht wegens uitputting, 1 paard uit nood
geslacht wegens windkoliek en 1 varken met geïnfecteerde
penetreerende wonden.
Bovendien werd nog 22 maal een bacteriologisch onderzoek
ingesteld van partijtjes vleesch of vleeschwaren, welke ver
meend waren ondeugdelijk te zijn of waaraan, na gebruik, ziekte
verschijnselen werden toegeschreven. Bij deze onderzoekingen
is gebleken, dat een gekookte runderlever in zoodanigen staat
van bederf verkeerde, dat een opgetreden onwelzijn daar zeer
VERSLAG VAN HET OPENBAAK SLACHTHUIS.