36
16
Karnemelk.
Consumptie-ijs.
Kaas.
Andere melk
producten.
1,7 vet bevatte. Het was duidelijk, dat deze z.g. taptemelk als
„melk” aan de afnemers werd verkocht.
Er zijn in 1929 onderzocht 1050 monsters karnemelk, waar
van 68 of 6,5 een vetvrije droge stof bevatten lager dan 7,0
Het gemiddeld gehalte aan vetvrije droogrest van alle monsters
bedroeg 7,68 (tegen 7,81 in 1928, 7,64 in 1927 en 7,72
in 1926).
Verzonden werden 7 waarschuwingen, terwijl tegen 14 ver
ken) pers proces-verbaal is opgemaakt.
Enkele monsters yoghurt en melkyoghurt zijn dit jaar onder
zocht; zij bleken geen andere micro-organismen te bevatten dan
de bacillus bulgaricus en de streptococcus lacticus.
Ook de enkele onderzochte monsters gecondenseerde melk
waren deugdelijk. Onder de monsters melkpoeder werden er aan
getroffen, waarvan het vet rans was. Dergelijke melkpoeders
worden in bakkerijen nog al eens verwerkt.
De monsters room en slagroom waren alle van voldoende
samenstelling; één monster room voldeed niet aan den eisch, dat
room in gepasteuriseerden toestand moet worden verkocht. Aan
den verkooper is een waarschuwing gezonden. Conserveermid
delen werden dit jaar in room niet aangetroffen.
In twee monsters consumptie-ijs werd saccharine aangetoond;
in drie monsters werd boorzuur ter conserveering der waar aan
getroffen.
In één monster roomijs was te weinig melkvet aanwezig.
Het aantal levensvatbare micro-organismen per cm3 schom
melde tusschen 4000 en 4 millioen. Meer dan 1 millioen bacte
riën werd in 4 monsters aangetroffen. In vele monsters, n.l.
ongeveer van het aantal onderzochte monsters, werden coli-
baeteriën aangetoond in 0,1 cm3 der waar. Hieruit blijkt weer
eens duidelijk de onhygiënische wijze, waarop de bereiders dezer
waar met hunne producten omgaan. Andere resultaten zijn
moeilijk te verwachten als men de gelegenheden kent, waarin
veelal deze waren worden bereid.
Alle onderzochte monsters vertoonden met de reactie van
Storch geen blauwe verkleuring.
De kaashandel blijkt zich in het afgeloopen jaar nog slechts
ten deele ingesteld te hebben op de eischen van het Kaasbesluit.
Bijna 400 keer moest waarschuwend worden opgetreden, aange
zien de vereischte aanduiding met betrekking tot haar vetge
halte niet of onvoldoende op de kaas was aangebracht. In vier
gevallen, waarvan twee dezelfde firma betroffen, werd proces
verbaal opgemaakt, ter zake dat ook na herhaalde waarschu
wingen in den ■winkel aanwezige kaas niet van de vereischte
VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.