36
17
aanduiding was voorzien. In de andere gevallen werd telkens
eenige dagen na de waarschuwing door den keurmeester gecon
troleerd of aan de waarschuwing gevolg was gegeven.
Behalve niet of onvoldoende gemerkte kaas, werden herhaal
delijk partijen kaas aangetroffen, waarvan na onderzoek op het
laboratorium werd geconstateerd, dat de kaas onjuist was aan
geduid en dat het werkelijk vetgehalte aanmerkelijk lager was
dan de aanduiding wilde doen voorkomen. De aanduiding werd
verwijderd en met de werkelijkheid in overeenstemming gebracht.
Sommige winkeliers verklaarden op volvette kaas bij warm
weer geen blijvend duidelijke aanduiding te kunnen aanbrengen,
daar deze door het zweeten van de kaas zou worden uitgewischt.
Bij onderzoek op het laboratorium bleek echter, dat wanneer
een goede inktsoort wordt gebruikt, daarvan geen last wordt
ondervonden.
In de gemeente ’s-Gravenhage werd een partij kaas in blik
aangetroffen, waarop de aanduiding roomkaas in 4 talen voor
kwam. Bij onderzoek bleek het vetgehalte 39 te zijn. De partij,
groot 190 blikken, werd in beslag genomen en den verkooper
gelegenheid gegeven de blikken van de juiste aanduiding te
voorzien. Een enkele keer werd kaas aangetroffen gemerkt 45
waarvoor een waarschuwing werd gegeven, omdat deze aan
duiding niet was overeenkomstig het Kaasbesluit. Al naar het
gevonden vetgehalte moest zij worden gemerkt 40 of volvet.
In tegenstelling met het vorige jaar werden z.g. kaaspoeders,
waarvan de inhoud blijkens het opschrift en de bijgevoegde
gebruiksaanwijzing bestemd is tot wering van kaasgebreken en
welke voor een belangrijk gedeelte bestaat uit boorzuur, niet
meer aangetroffen. Boorzuur werd in kaas dan ook nooit aan
getoond.
De broodbakkerijen, alsmede de broodwinkels worden regel- Brood,
matig door de keurmeesters bezocht. Bij dit bezoek bepalen zij
het gemiddeld gewicht van een aantal brooden. In geval zij op
grond van het gewicht van het brood in verband met zijn con
sistentie vermoeden, dat het voorgeschreven gehalte aan droog
brood niet aanwezig is, wordt een brood ter onderzoek meege
nomen. Bovendien wordt brood, dat als melkbrood wordt ver
kocht, regelmatig bemonsterd, ten einde na te gaan of het brood
een voldoende hoeveelheid melkbestanddeelen bevat.
Onderzocht zijn 1042 monsters brood, waarvan 175 gebuilde
brooden, niet zijnde melkbrood, 62 ongebuilde brooden, 13 rogge-
brooden en 792 melkbrooden (in den regel wittebrood).
Over het algemeen was het gehalte aan droge stof in melkbrood
voldoende, immers slechts 15 monsters voldeden niet aan den
VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.