37
13
sneeuwruim!»?.
SPROEIEN.
wagens.
713
497
1000
1925
1926
1927
1928
1929
f
r
n
556,57
338,15
10.066,82
50.533,43’
34.141,80’
1920
1921
1922
1923
1924
f 33.421,31
31.263,64
32.575,49
17.591,38
50.118,40
2000
Het uurloon voor
2025 kaarten.
3000
2850
2850
3420
1925
1926
1927
1928
1929
de sneeuwruimers bleef in het seizoen
1929/1930 gehandhaafd op f 0,70 per uur.
De kosten der sneeuwruiming (behalve die van zand en zout) Kosten der
bedroegen in
1920
1921
1922
1923
1924
Voor den sproeidienst waren aanwezig 17 benzine-motor- Aantal sproei-
sproeiwagens en 1 electrische sproeiwagen (aanspan).
Ook wordt ter aanvulling van het aantal auto-sproeiwagens
zoo noodig gebruik gemaakt van de nog aanwezige paarden-
sproeiwagens, op het eind van het jaar 9 in getal.
soneel behoefde te worden aangenomen. Die van 16 Januari
was echter vrij belangrijk. Doordat de weersgesteldheid mede
werkte, kon de ruiming krachtig ter hand worden genomen
met aanwending van alle (15) sneeuwploegen en de sneeuw-
smelters. Ook de sneeuwval van 14 Februari was wederom
vrij belangrijk, doch de te zelfder tijd heerschende buitengewoon
strenge koude belemmerde de ruiming ten zeerste, terwijl ook
het materieel werkeloos moest blijven.
In het in dit verslagjaar vallende gedeelte van den winter
1929/1930 is geen sneeuw gevallen.
Ter vervanging van de zandkisten werden in 1929 nog een Bergplaatsen
twintigtal ondergrondsche bergplaatsen voor zand en kiezel voor zand en
gemaakt. kiezel.
De uitreiking der sneeuwkaarten geschiedde thans voor de Sneeuwkaarten.
geheele stad als in het vorig verslag is omschreven. In de
tweede helft van November werden uitgereikt 2865 kaarten
met inbegrip van de reservisten. Dit aantal steeg, door uitreiking
van een sneeuwkaart aan hen, die na dit tijdstip bij Maat
schappelijk Hulpbetoon in ondersteuning kwamen, tot 3420 aan
het einde van het seizoen.
Uitgegeven werden in de jaren:
524 kaarten.
n
n
SNEEUWKÜIMING.
T)
n
n
n
T)
T)
t
■n
n
n
T)