37 14 Sproeiseizoen. de asphalt-spoelmachines 12.324 VERZAMELING VAN FAECALIEN. a. Ledigen van beerputten. Aantal sproeida- gen verbruik. 1915 1920 1925 1926 1927 1928 1929 113 155 105 75 70 97 90 72 88 89 1920 1921 1922 1923 1924 1925 1926 1927 1928 1929 624 521 342 330 339 356 325 Ledigen van beerputten. Hieronder volgt een opgaaf van het aantal geledigde beer putten en de voor die werkzaamheden ontvangen bedragen over de jaren 1915, 1920, 1925, 1926, 1927, 1928 en 1929. Het sproeiseizoen ving aan 17 April en duurde tot 18 September. Na dezen datum behoefde nog slechts sporadisch te worden gesproeid. Uit onderstaand staatje blijkt in welke mate in de jaren 1920 en water- tot en met 1929 is gesproeid. Gebruik van Als vorige jaren werd, wanneer de weersgesteldheid, ook chloorcalcium. in den winter bij droog vriezend weer, dit vereischte, wederom een ruim gebruik gemaakt van chloorcalcium. In het geheel werden verbruikt 217.534 (162.279) K.G. 70.625 M3. 122.411 70.690 69.412 62.176 82.070 64.403 47.632 71.053 72.984 63.506 M3. 64.233 54.192 71.776 59.043 44.780 68.333 71547 Bovendien werden door (9635) M3. water uitgesproeid. f 4.206,575 6.517,02» 4.954,40 5.048,56 6.058,33 5,789.46 5.464,40 VERSLAG GEM. REINIGINGS- EN ONTSMETTINGSDIENST. JAAR. totaal. JAAR. V n n n n r> r> r> n n H n n n Aantal geledigde beerputten. Waarvoor is vergoed. W a terverbruik door de automobiel- sproeiwagens. j Aantal dagen waarop I. gesproeid is.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1929 | | pagina 810