38
12
Burgemeester en Wethouders lieten naar aanleiding van dat
schrijven op 13 December weten, aan het politiepersoneel opge
dragen te hebben, nauwlettend toe te zien, dat art. 17 van de
Algemeene Politieverordening niet wordt overtreden.
Door den bewoner van een perceel, nabij het circus te Sche-
veningen gelegen, is in den afgeloopen zomer geklaagd over
mest, die door personeel van het Circus Hagenbeek op open
terrein van het circus zou zijn opgehoopt. De klacht bleek bij
onderzoek niet gegrond; de mest werd dagelijks weggevoerd,
zoodat stank verspreiding kwalijk kon plaats hebben.
De Commissie schonk ook haar aandacht aan een ingezonden
stuk in „Het Vaderland”, waarin de bewoners van de Oostduin-
wijk hun ergernis uitspraken over de vuilnisbelt, die gemaakt
zou worden van een vóór de van Diepenburchstraat liggend
begroeid weiland, waar ook vele ratten zouden huizen. De Com
missie stelde zich in verbinding met den Directeur van den
Gemeentelijken Reinigingsdienst, die de toezegging deed, voor
spoedige opruiming van vuilnishoopen, die op bedoeld terrein
mochten worden aangelegd, te zullen zorg dragen.
In de Jan Steenstraat verkeerde een achter een stal aan
wezige mestput in slechten staat. Dientengevolge klaagde een
omwonende over hinder van stank van paardenmest. Door
tusschenkomst van den Dienst van Bouw- en Woningtoezicht
werd de mestput opgeruimd en de toezegging verkregen, dat
de mest geregeld zou worden afgevoerd en niet meer op het
achter den stal gelegen plaatsje zou worden bewaard.
Een bewoner van een hofje in de Koningstraat klaagde over
stank van bier, dat in een in het hofje uitkomende loods afge
tapt zou worden. Door tusschenkomst van den Dienst van Bonw-
treders van het verbod om op de openbare straat papier,
afval van eetwaren of andere voorwerpen weg te werpen,
streng opgetreden.
Art. 17 der Algemeene Politieverordening voor deze Ge
meente verbiedt eveneens straten of wegen door weggewor
pen papier enz. te verontreinigen.
Aan deze bepaling wordt blijkbaar niet voldoende de hand
gehouden.
Wij mogen U. H. E. A. daarom verzoeken, bij de politie aan
te dringen op handhaving van voormeld artikel door het op
maken van proces-verbaal tegen overtreders van het daarin
neergelegde verbod. Door een flink optreden van de politie
meenen wij, dat aan bedoelde verontreiniging der straten een
einde kan worden gemaakt, wat in het belang der. Volks
gezondheid zeer wenscheljjk zou zijn.”
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.