38
21
Het „plan Leijenburg”, waaromtrent reeds in het vorige ver
slagjaar het advies van de Commissie was gevraagd, dat echter
in afwachting van de beantwoording van eenige daarover aan
Burgemeester en Wethouders gestelde vragen nog niet uitge
bracht was, kwam in den afgeloopen zomer wederom aan de
orde.
In antwoord op de bij schrijven van 20 September 1928 aan
Burgemeester en Wethouders gestelde vragen, werd op 18
Augustus 1929 medegedeeld, dat het niet de bedoeling was voor
de in het plan geprojecteerde bouwblokken achterrooilijnen vast
te stellen, doch dat het voornemen bestond, tegelijk met de vast
stelling van het uitbreidingsplan de totstandkoming van een
verordening op de bebouwing van de in het plan begrepen
gronden te bevorderen. Naar aanleiding van de gestelde vragen
omtrent den verkeersweg, ontworpen in het verlengde van de
Escampschelaan, merkten Burgemeester en Wethouders op, dat
die weg in de toekomst een schakel zou vormen in den hoofd
verbindingsweg van het centrum van ’s-Gravenhage naar Loos-
duinen en het Westland, welke hoofdverbindingsweg het thans
reeds te drukke verkeer op den Loosduinsche- en den Haagweg,
waaraan hij evenwijdig werd geprojecteerd, zou moeten ont
lasten. De weg zou van dezelfde waarde zijn als de verlengde
Laan van Meerdervoort en werd daarom evenals deze op 40 M.
breedte geprojecteerd. Het was de bedoeling, dat de verlengde
Escampschelaan ongeveer ten Zuiden van het „Dekkershoekje”
zou uitmonden op den verkeersweg, die in het uitbreidingsplan
„kom Loosduinen” ongeveer Noord-Zuid geprojecteerd was.
In het wederom ter beoordeeling toegezonden plan waren
ditmaal ook gronden betrokken, die gelegen waren ten Zuid
oosten van het geprojecteerde kanaal naar het Westland, zulks
ter tegemoetkoming aan de wenschen van de betrokken eige
naren.
Bij het plan was gevoegd een ontwerp-bebouwingsverorde-
ning, die nagenoeg overeenstemde met een verordening van
gelijke strekking, die voor het uitbreidingsplan ,,’s-Gravenhage-
West” ontworpen was en waarop de Commissie, desgevraagd,
op 25 Juni gunstig advies had uitgebracht.
Het antwoord, overeenkomstig het door de voor de beoor
deeling van onderwerpen als het onderhavige ingestelde Sub
commissie uitgebrachte advies, dat de Commissie op 16 Septem
ber aan Burgemeester en Wethouders heeft toegezonden, luidde
als volgt:
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.