38 30 In den afgeloopen zomer werd de aandacht der Commissie gevestigd op de te beperkte ruimte in de cabine van een bioscoop. De opmerking was juist. Bij een door een lid der Commissie Burgemeester en Wethouders hebben dd. 12 April hierop geantwoord, het niet noodig te achten, aanvulling van de Bouw en Woonverordening, als door de Commissie bedoeld, te bevor deren, aangezien de artt. 95 en 115 van de verordening reeds de bevoegdheid zouden geven, welke noodig is om de aange legenheid in quaestie, voor zoover zulks door middel van over heidsbemoeiing mogelijk is, te beheerschen. In hun antwoord schreven Burgemeester en Wethouders verder: „De Gezondheidscommissie heeft door een uit haar mid den benoemde Sub-eommissie een onderzoek doen instellen naar de wijze, waarop in verschillende groote gebouwen hier ter stede voor het behoud van een goede atmosfeer door ven- tilatiemiddelen wordt zorg gedragen. Zij meent naar aanleiding van de resultaten van dit onder zoek onder de aandacht van Uw College te moeten brengen, dat de bestaande bepalingen in de Bouw- en Woonverorde ning (Afd. X, art. 89: Toevoer van licht en lucht), niet meer voldoen aan de te stellen eischen bij het oprichten van ge bouwen van eenigszins grooten omvang, waarin een groot personeel den geheelen dag zijn werkzaamheden moet ver richten en bovendien op de aanwezigheid van veel publiek gerekend moet worden. Zonder nu voor elk bouwwerk van eenigen omvang het aanbrengen van een voor alle omstandigheden ideale mecha nische installatie als eisch gesteld te willen zien, meent zij, dat meer dan dit volgens de thans geldende bepalingen mogelijk is, aan Burgemeester en Wethouders vrijheid moet worden gelaten in bijzondere gevallen ook bijzondere maat regelen betreffende den toevoer van frissche lucht te ver langen. Zij geeft Uw College derhalve welwillend in overweging, bij den Raad een voorstel in te dienen tot aanvulling van de Bouw- en Woonverordening met een bepaling van bovenver melde strekking.” „Dat desondanks hier en daar wat betreft de luchtver- versching toestanden bestaan, welke minder gunstig zijn, is bekend. Dikwijls zijn deze echter een gevolg van de omstandig heid, dat het gebruik van de aanwezige ven til atiemid delen strijdig is met andere belangen. Men denke in dit verband bv. aan de klachten over tocht in vergaderzalen en koffie huizen.” VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1929 | | pagina 872