38 49 Met eenige der door de Commissie naar voren gebrachte be zwaren tegen het ontwerp hebben Burgemeester en Wethouders zich vereenigd. Een gewijzigd ontwerp werd bij den Raad in gediend, dat in de raadsvergadering van 8 Juli werd aange nomen. ning mogen worden opgericht, chocoladefabrieken aan de hier bedoelde lijst werden toegevoegd. Dit deed de vraag rijzen, wat onder chocoladefabrieken moet worden verstaan. Ook staat niet vast wat in dit art. onder alcohol is te ver staan. Is hier alcohol in eiken graad van verdunning bedoeld? Het antwoord op deze vraag is van belang in verband met de hierbij genoemde minimum-hoeveelheid van 240 L. Ad art. 5. Aangezien in den 2den zin van dit art. van een eerste lid wordt gesproken, zal de 2de zin als tweede lid van het artikel moeten worden beschouwd. Ad art. 6. De cijfers en woorden: „1 tot en met 4”, voor komend in den eersten regel van dit artikel, zijn klaarblijkelijk abusievelijk opgenomen in de plaats van: „3 en 4”. Overigens zij hier opgemerkt, dat in het artikel veel over bodigs voorkomt. In de lijst van inrichtingen zijn vele inrich tingen genoemd, die niet onder de Hinderwet vallen. Die op somming geeft aanleiding tot het trekken van de conclusie, dat inrichtingen, die in de lijst niet zijn genoemd, bniten de industrie- en gemengde wijken nimmer zullen mogen worden opgericht. Dit is niet juist ten opzichte van inrichtingen, die niet onder de Hinderwet vallen. Mochten de genoemde inrichtingen bedoeld zijn indien en voor zoover zij uitsluitend vallen onder art. 2, sub I, der Hin derwet dan zouden de in deze lijst niet genoemde inrichtingen, onder geen ander nummer dan I van art. 2 der wet vallende, in de woonwijken niet mogen worden opgericht, wat, gezien het slot van art. 4, sub 2 der Hinderwet, het gemeentebestuur niet bevoegd is te bepalen. De voorgestelde redactie is dus verwarringstichtend. Een gevaarlijke weg wordt hiermede betreden. Wij hebben dan ook bezwaar tegen deze enumeratie, zoodat herziening van het voorgestelde art. 6 in ernstige overweging wordt gegeven. Voor het overige kunnen wij ons met de voorstellen ver- eenigen. De vaststelling der verordeningen, met inachtneming van boven uiteengezette bezwaren, zal onzerzijds met belangstel ling tegemoet worden gezien.” VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1929 | | pagina 891