38 50 De verordeningen zijn 31 Juli, waar het behoort, afgekon- digd en 1 Augustus 1929 in werking getreden. Een staat van de Verordeningen, in het belang der Volks gezondheid vastgesteld in de Gemeente, is als bijlage E. aan dit verslag toegevoegd. HOOFDSTUK XII. Onderwerpen, niet vallende onder een der vorige Hoofdstukken. Zwem- en Badinrichtingen. Over de zweminrichting aan de Mauritskade is ook in het afgeloopen jaar weer enkele malen geklaagd. Naar het oordeel van eenige geregelde bezoeksters zou het bassinwater onfrisch zijn en zouden de kleedhokjes niet vol doende schoongemaakt worden. De Voorzitter der betrokken Sub-commissie stelde een onder zoek in. De inrichting is van ouden datum en voldoet niet aan de hygiënische eisehen, welke tegenwoordig bij den bouw van zweminrichtingen in acht worden genomen. Evenwel viel niet te constateeren, dat de reinheid van het bassinwater te wen- schen overliet, terwijl evenmin gebleken is, dat de kleedhokjes onvoldoende schoon gehouden werden. De klacht leek dan ook niet gerechtvaardigd. Op de laatste vergadering, die de Commissie in 1929 ge houden heeft, deelde een der leden mede, bij meerdere personen na het nemen van een zwembad in de Bad- en Zweminrichting aan de Mauritskade bij herhaling geconstateerd te hebben het optreden van verzweringen aan de oogleden. Naar aanleiding daarvan besloot de Commissie te onder zoeken, of bedoelde ooglidaandoeningen door het bassinwater uit genoemde zweminrichting veroorzaakt kunnen zijn. Dat onderzoek was op het einde van dit verslagjaar nog niet ver richt. Tocht in tramwagens. Begin September heeft de Commissie een klacht ontvangen over tocht in de trams op warme zomerdagen, doordat de ramen der tramrijtuigen aan weerszijden geopend zouden zijn geweest. De Commissie heeft zich naar aanleiding van die klacht met de Directie der N.V. „Gemengd Bedrijf, Haagsehe Tramweg- VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1929 | | pagina 892