39 14 Verschillende commissiën. behandeld konden worden, óf door den oorarts óf door de schoolzuster. Dit jaar werden 5000 consulten, meerendeels op oorheel- kundig gebied, verleend, hoewel ook vele kleine verwondingen, afwijkingen, ongevallen enz. door den oorarts of de schoolzuster werden behandeld. Voor het onderzoek, dat aan de plaatsing voorafgaat, werden 22 kinderen opgegeven, waarvan er 16 geschikt bleken om te worden toegelaten. De zes overigen kwamen niet voor plaatsing in aanmerking, omdat een kleine oorheelkundige behandeling voldoende was om eene normale of voldoende gehoorscherpte te herstellen. Van de 16 leerlingen, die geschikt waren, werden er 14 ge plaatst, terwijl de ouders van 2 kinderen de plaatsing weigerden. De gezondheidstoestand van de leerlingen was over het geheel genomen goed. Bij 65 kinderen lag de zetel van de doofheid in het midden- oor, bij 29 kinderen was dit lijden in het binnenoor of in het centrale zenuwstelsel gelegencombinaties van beide aandoenin gen kwamen eveneens voor. Middenooretteringen en middenoorkatarrhen werden geregeld en vaak met succes, behandeld. Van de 30 gevallen van enkel- of dubbelzijdige chronische oorettering, die behandeld werden, genazen er 10, terwijl bij vele andere gevallen wel eenige ver betering kon worden waargenomen. Twee kinderen ondergingen met goed gevolg een ooroperatie. De Commissie voor de nazorg voor de ontslagen leerlingen der openbare en bijzondere scholen voor buitengewoon lager onderwijs verzamelde in 1929 verschillende gegevens betreffende de levens omstandigheden van 1155 oud-leerlingen van de genoemde scholen, welke gegevens door het Gemeentelijk Statistisch Bureau gedeeltelijk in dat jaar ten behoeve van de Commissie konden worden verwerkt. De sub-commissiën brachten rapport uit omtrent vakopleiding van zwakzinnigen, de instelling van werkklassen en een werk schoot, alsmede ten aanzien van belemmeringen van den arbeid van- en de plaatsingsmogelijkheid voor zwakzinnigen, zooals die in verordeningen en arbeidscontracten zijn of worden vastgelegd. Voorts werden een schema voor een werkinrichting ont worpen, de positie van een ambtenaar voor de Nazorg besproken en een rapport uitgebracht met betrekking tot deze bemoeiingen gedurende de avonduren. Deze rapporten maakten meerendeels nog in 1929 een punt van bespreking uit en gaven aanleiding tot het nemen van conclusies. VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1929 | | pagina 918