41
3
hoogen polderwaterstand. De ter weerszijden van de Van-Tuyll-
straat liggende slooten werden op de te bemalen rioleering aan
gesloten, terwijl in de slooten langs de zuid-oostzijde van het
terrein eenige dammen werden gemaakt. De klachten omtrent
de onbruikbaarheid van het terrein werden daardoor minder.
Bij het einde van het verslagjaar kon evenwel nog niet wor
den vastgesteld, of de proefneming heeft voldaan.
In de Raadsvergadering van 7 Januari 1929 werden de
noodige gelden beschikbaar gesteld voor de inrichting van een
speelterrein bij het scholencomplex Pluvierstraat.
In de Raadsvergadering van 25 Maart 1929 werden de noodige
gelden beschikbaar gesteld voor de inrichting tot speeltuin voor
kleine kinderen van terreinen, gelegen aan de Zusterstraat en den
Zuid-Binnensingel en voor den bouw van een portierswoning
bij het speelterrein aan de Broeksloot. Voorts werd in de Raads
vergadering van 16 September 1929 een crediet verleend voor de
inrichting tot speeltuin van een terrein aan de Tuinderslaan.
Met den aanleg der speeltuinen aan de Zusterstraat en den
Zuid-Binnensingel werd een aanvang gemaakt. De portierswoning
bij het speelterrein aan de Broeksloot werd op 1 Augustus 1929
in gebruik genomen.
Het Algemeen Bestuur gaf aan Burgemeester en Wethouders
in overweging te huren van den Bond van R.-K. Patronaatscom-
missiën voor de stad ’s-Gravenhage het aan den Vlietweg te Rijs
wijk gelegen sportterrein „Hoornpark” tegen een huurprijs van
f 5.000,per jaar, met dien verstande, dat de Stichting het terrein
daarna zou onderverhuren aan de Commissie uit gemelden Bond,
belast met de exploitatie van dat terrein, onder voorwaarde, dat
de door die Commissie te ontvangen huren, met een jaarlijksch
minimum van f2.000,—, aan de Stichting zullen worden afge
dragen en het terrein op dagen en uren, waarop het niet door de
Commissie is verhuurd, ter beschikking zal zijn van de Stichting.
Bij het einde van het verslagjaar was de eindbeslissing in deze
zaak nog niet genomen.
In de vergadering van het Algemeen Bestuur van 12 Juli 1929
werd ingesteld eene Commissie van advies, welke rapport zal
uitbrengen nopens de vraag, of de aanleg van een sintelbaan in
deze Gemeente noodig is en zoo ja, welke de financieele gevolgen
daarvan zullen zijn. In deze Commissie werden benoemd de heeren
B. Verwaal, C. J. Hage, H. Robertson, J. Lely en S. G. A. Doorenbos.
Afgewezen werd het verzoek van het Bestuur om over te gaan
tot den bouw van een portierswoning bij het sportterrein aan het
Stokroosplein en tot het doen aanbrengen op dit terrein van een
drinkgelegenheid en van privaten.
STICHTING HAAGSCHE SPORT- EN SPEELTERREINEN.