42 3 VERSLAG VAN DE SUB COMMISSIE A DER COMMISSIE VAN TOEZICHT OP HET MIDDELBAAR ONDERWIJS OVER HET CURSUSJAAR 1928—1929. een voor De Sub-Commissie heeft in het tijdvak 1 September 192831 Werkzaamheden Augustus 1929 elf keer vergaderd, t.w. 10 gewone maandelijk- der Commissie, sche vergaderingen, terwijl één vergadering gewijd was aan de bespreking van moeilijkheden, gerezen door de gedragingen van een der leerkrachten. Het Daltononderwijs op de le H.B.S. voor meisjes heeft op nieuw een onderwerp van ernstige besprekingen uitgemaakt. Het komt der Commissie minder gewenscht voor, dat telkenmale de proef met dit onderwijs voor slechts één jaar verlengd wordt. Ten einde de practische bezwaren, welke door de onzekerheid omtrent de voortzetting van dit onderwijs ontstaan, te voor komen, verdient het, naar het oordeel van de Commissie, aan beveling de proef over een langere periode vast te stellen. In zake de wenschelijkheid van de oprichting van meisjes-lyceum, te verbinden aan een der H.B.scholen meisjes, heeft de Commissie inlichtingen ingewonnen te Am sterdam, Rotterdam en Utrecht, alwaar dergelijke inrichtingen van onderwijs bestaan. Het is der Commissie gebleken, dat in deze drie gemeenten de proef als geslaagd mag beschouwd worden. De Commissie vindt hierin aanleiding, dit vraagstuk nader onder de oogen te zien. Over het veelvuldig lesgeven van leeraren aan andere inrich tingen van onderwijs heeft de sub-commissie overleg gepleegd met de sub-commissie B. In haar advies aan B. en W. heeft de Commissie als haar oordeel uitgesproken, dat zij een maximum van 36 lesuren per week te hoog acht en dat een geleidelijke overgang naar de Rijksregeling haar gewenscht voorkomt. Naar aanleiding van het feit, dat de leeraren ook nevenbetrekkingen waarnemen aan andere Gemeentelijke inrichtingen van onder wijs, werd de vraag besproken, of het ook aanbeveling zoude verdienen, overuren aan een Hoogere Burgerschool aan de leer krachten van die school op te dragen. Men vreesde, dat deze VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1929 | | pagina 993