Bijlage
VERSLAG van het Boetenfonds over het jaar 1930.
doeld in art. 4,
2de lid der Ver
ordening.
van
de Verordening
N°. 22 van 1919.
Bij Raadsbesluit van 26 Mei 1930 werd vastgesteld een Vervanging
nieuwe verordening op het Boetenfonds der gemeente ’s-Gra-
venhage, terwijl bij hetzelfde besluit de gelijknamige verorde
ning No. 22 van 1919 wrerd ingetrokken.
De vervanging van deze laatste verordening geschiedde uit
overweging, dat door de tegenwoordige werkwijze van den Ge
meentelijken Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon in het
doel der verordening reeds voorzien werd. Daarom werd het
wenschelijk geacht aan de inkomsten van het fonds, zonder aan
tasting van het beginsel, een andere bestemming te geven.
Tevens werd daarbij besloten om niet, zooals tot dusver,
alleen de aan werklieden, maar ook de aan de ambtenaren opge
legde boeten in het fonds te storten, ten gevolge waarvan ook
de ambtenaren van het fonds zouden kunnen profiteeren.
Aan Burgemeester en Wethouders werd, gehoord de Cen- Doel,
trale Commissie van Overleg, overgelaten het doel te bepalen,
waarvoor een bijdrage uit het fonds zou kunnen worden ver
leend.
Burgemeester en Wethouders bepaalden als doel een tege
moetkoming in de kosten bij de aanschaffing van uitzetten
voor personen, voor wie een verblijf in een sanatorium of rust
oord voor een algeheel herstel wenschelijk werd geacht.
De toekenning van een bijdrage uit het fonds geschiedt, na- Commissie, be-
dat daartoe het verzoek is gedaan, door Burgemeester en Wet
houders, die tevoren het advies inwinnen van een Commissie,
bestaande uit drie leden, waarvan de Chef der afdeeling Sociale
Zaken der Gemeentesecretarie voorzitter is. Met uitzondering
van den voorzitter werden de leden en hun plaatsvervangers
aangewezen door de Centrale Commissie van Overleg, overeen
komstig door Burgemeester en Wethouders gestelde regelen.
Op grond van deze regeling zullen één dezer leden en één
der plaatsvervangende leden door het lot aan te wijzen
op 1 Januari 1932 aftreden en het andere lid en diens plaats
vervanger op 1 Januari 1933.
Voor de eerste maal werden door de Centrale Commissie