45 2 I. PERSONEEL. Sterkte. Mnseumbonw. Bijzondere ver loven. Met erkentelijkheid maak ik gewag van den volontairen arbeid van mej. D. M. E. Hooykaas, jonkvrouwe H. de Geer en mej. E. Kastner; de laatste kwam in de plaats van mej. C. A. v. Hees, die eene betrekking kreeg bij het Frans Halsmuseum te Haarlem en ons zeer tot ons leedwezen verliet. Mej. van Hees heeft gedurende de jaren, dat zij hier arbeidde, zéér veel en verdienstelijk werk verricht. Het personeel bestond uit de volgende ambtenaren (op 1 Ja nuari 1931): Algemeene Dienst: 1 directeur en 4 ambtenaren. Afdeeling Museum Korte Vijverberg1 bediende, 1 tijd, be diende, 3 zaalwachters en 1 tijd, zaalwachter. Afdeeling Tijd. Museum voor Moderne Kunst: 1 bediende en 2 zaalwachters. Afdeeling Museum Bredius: 1 bediende en 1 zaalwachter. Bovendien zijn aan den Dienst verbonden: 3 werkvrouwen en 1 tijd, werkvrouw. Bijzondere verloven werden genoten door dr. Gallois voor het bijwonen van de vergadering te Stockholm van het Intern. Verband van Museum beambten en voor het maken van een studiereis naar Egypte; door dr. Knuttel voor het bijwonen van het Kunsthistorisch Congres te Brussel en voor een bezoek aan de Italiaansche tentoonstelling in Londen. Aan het hierboven reeds medegedeelde betreffende den Museumbouw behoeft niet veel te worden toegevoegd. Op ver zoek van dr. Berlage is van het project een maquette in gips vervaardigd, welke in een der zalen van het Museum op den Vijverberg is tentoongesteld en waaraan de wijzigingen zijn ge registreerd, welke bij de definitieve uitwerking van het project wenschelijk of noodig bleken, hetzij ter verbetering van het architectonische aspect, hetzij om redenen van technischen aard. Deze laatste bijv, gaven den doorslag om het ketelhuis met schoorsteenen naar de achterzijde van het gebouw te verplaatsen, daar het sousterrain onder hal en voordrachtszaal te weinig ruimte bood voor een gemakkelijke distributie van de groote hoeveelheid verwarmingsbuizen. De eerste leidden tot veran deringen in de daken, welke voor zoover zij tot het administra tieve gedeelte behooren geheel plat en voor zoover zij tot het museumgedeelte behooren met een flauwer helling ontworpen werden. II. ALGEMEENE DIENST. VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1930 | | pagina 1147