1
47
I
6
Naar vakgroep zijn de ongeorganiseerde werkloozen, die
gedurende 1930 korter of langer tijd wekelijksche ondersteuning
hebben genoten, als volgt te onderscheiden:
Indeeling naar
vakgroep.
VERSLAG MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON.
Bijge-
Vakgroepen.
Totaal.
211
496
707
291
416
85
303
388
234
154
17
76
93
34
59
Metaalbewerkers.
6
55
61
35
26
18
86
104
43
61
9
19
28
16
12
Land- en tuinarbeiders
16
37
53
32
21
33
5
38
23
15
25
59
84
42
42
43
92
135
61
74
5
7
12
6
6
kantoorbe
37
97
134
76
58
Kooplieden
49
80
129
85
44
Diversen
76
166
128
242
114
Totaal
602
1606
2208
1042
1166
Stand op i
komen.
Hotel-, café-, en restau
rantpersoneel
Sigarenmakers en tabak
bewerkers
Werknemers in de klee
ding-industrie
Werknemers in het rijwiel
en autobedrijf.
Bouwvakarbeiders
Houtbewerkers,behangers
en stoffeerders
Af ge
voerd.
1 Jan.
1930.
Werknemers in do bedrij
ven van voedings- en
genotmiddelen.
I Stand op
I 31 Dec.
1930.
Transport- en fabrieks
arbeiders (losse werklie
den daaronderbegrepen)
Handels- en
dienden
1) In het algemeen dient de groepeering naar de vakgroepen onder het noodige voorbe
houd te worden aanvaard, daar onderscheidene personen niet tot een bepaalde vak
groep kunnen worden gerekend en zich hebben laten inschreven voor het vak, door
hen ’tlaatst uitgeoefend.
Werknemers in het druk
kers- en boekbinders
bedrijf