Bijlage 7
A.
belastingjaren.
VERSLAG der Gemeentebelastingen over 1929/30 en 1930,
in vergelijking met vorige belastingjaren.
Plaatselijke Directe Belasting naar het inkomen. (Zie
staten IVIII.)
Dit verslag heeft in de samenstelling, in vergelijking met Wijziging in de
vorige belastingjaren, eenige wijziging ondergaan. samenstelling
Aangezien met ingang van 1 Mei 1931 de plaatselijke be- van het verslag,
lasting naar het inkomen vervalt, waarvoor o.m. de Gemeente
fondsbelasting in de plaats treedt, zijn, met het oog op de in
volgende jaren in dit verslag op te nemen statistiek van de
inkomens der ingezetenen dezer gemeente, voor het belasting
jaar 1929/1930 de belastingplichtigen gegroepeerd naar hun
zuiver inkomen.
In volgende jaren toch, zal de statistiek, zooals die door de
Rijksadministratie van de werking en de opbrengst der Rijks-
inkomsten- en Gemeentefondsbelasting wordt opgemaakt, in dit
verslag worden verwerkt.
Aangezien in genoemde statistiek het zuiver inkomen steeds
als basis is genomen, was het voor een betere vergelijking met
de cijfers der Gemeentefondsbelasting wenschelijk, om reeds
thans in de statistiek van de plaatselijke inkomstenbelasting
een overzicht te geven, uitgaande van het zuiver inkomen en
met dezelfde groepen als door het Rijk voor zijn statistiek
zullen worden gebezigd.
Het overzicht over vorige belastingjaren is aangevuld met Overzicht vorige
de nog nagekomen aanslagen, doch kon niet worden omgewerkt
met groepeering der aanslagen naar het zuiver inkomen, zoodat
bij de cijfers over 1927/28 en 1928/29 de aanslagen gegroepeerd
zijn gebleven naar het belastbaar inkomen.
De staten I en Ia geven een overzicht van het aantal aan
slagen, het zuiver en belastbaar inkomen der aangeslagenen
en de opbrengst der belasting.
Uit vergelijking dezer staten blijkt, dat het aantal aanslagen
steeg van 107.177 over 1928/29 tot 112.413 over 1929/30 en
alzoo vermeerderde met 5.236.
Het belastbaar inkomen vermeerderde over die jaren van
rond f 274.800.000,tot rond f 291.051.000,of met ruim
f 16.000.000,en het zuiver inkomen van rond f 373.578.000,
tot rond f 395.995.000,of met ruim f 22.000.000,terwijl de
opbrengst der belasting met ongeveer f 840.000,toenam.
Aanslagen
wegens hoofd
verblijf, zuiver
en belastbaar
inkomen en
opbrengst der
belasting.