i 7 3 Forensen. en belastbaar inkomen en de opbrengst in groepen. Ongehuwde en gehuwde aan- geslagenen aantal kinderen. 40,4 van het totaal. In 1928/29 waren deze percentages respectievelijk 10,8, 11,2, 38,2 en 39,8%. Uit het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek van Februari 1931 blijkt, dat het totaal aantal aangeslagenen in het belastingjaar 1929/30 16.077 bedroeg. Hiervan maakten de vermogens tot f 50.000,50% uit, van f 50.000,tot f 100.000,— 21 van f 100.000,— tot f 500.000,— 24 en boven f 500.000,5 Hetgemiddeld vermogen per aangeslagene bedroegf 134.000,—. De staten II en Ha geven een overzicht van het aantal ongehuwde en gehuwde aangeslagenen, alsmede van het aantal minderjarige kinderen, dat voor aftrek in aanmerking is gekomen. Staat II geeft den toestand weer naar groepen van L— belastbaar inkomen over het belastingjaar 1928/29, terwijl staat Ha is samengesteld naar groepen van het zuiver inkomen over het belastingjaar 1929/30, zoodat slechts de totaalcijfers met elkaar te vergelijken zijn. Over 1929/30 was het totaal der aanslagen van ongehuwden 49.525 en dat van gehuwden 62.888, terwijl het totaal der kinderen, dat voor aftrek in aanmerking kwam, bedroeg 91.259. Over 1928/29 bedroegen deze cijfers respectievelijk 46.697, 60.480 en 89.174. De staten III en lila toonen aan de verhouding, uitgedrukt Percentsgewijze in percenten, van het aantal aanslagen, het zuiver en belast- verdeeling van baar inkomen en de opbrengst der belasting naar groepen van het aantal aan- inkomens. Ook deze staten zijn niet onderling te vergelijken, slagen, het zuiver aangezien staat III (belastingjaar 1928/29) de percentsgewijze verdeeling geeft naar groepen van het belastbaar inkomen en staat lila (belastingjaar 1929/30) naar groepen van het zuiver inkomen. Eerst in een volgend verslag zal een vergelijking dezer cijfers mogelijk zijn. Wat betreft het belastingjaar 1929/30 (zie staat lila) kan worden vermeld, dat het aantal aanslagen tot een zuiver in komen van f 10.000,95 van het totaal bedraagt en die van f 10.000,— en daarboven te zamen slechts 5 De opbrengst der belasting van de aanslagen tot f 10.000,— zuiver inkomen is 43% en van die boven f 10.000,— 57 verdeeld als volgtvan f 10.000,tot f 50.000,31 van f 50.000,— tot f 100.000,— 11% en van f 100.000,— en daarboven 15 van het totaal. De staten IV, IVa, V en Va geven een overzicht van de forensen. Staat IV is een specificatie van de forensenaanslagen in groepen naar het belastbaar inkomen en staat V bevat een statistiek, waaruit blijkt, hoeveel werk- en woonforensen in de VERSLAG DER GEMEENTEBELASTINGEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1930 | | pagina 121