7
5
Staat VI6 geeft een overzicht van het verschil tusschen de
vermeerdering en de vermindering van het zuiver en belastbaar
inkomen, verdeeld in groepen, ten gevolge van vestiging en
vertrek in het belastingjaar 1929/30.
Staat VII toont aan, in welke mate uit of naar omliggende
plaatsen, Indië en het buitenland vestiging of vertrek van belasting
plichtigen plaats vond over de belastingjaren 1927/28 en 1928 29.
Staat Vila geeft een zelfde overzicht over het belastingjaar
1929/30. Ook in dezen staat is de winst en het verlies aan
inkomen door vestiging en vertrek aangegeven naar het zuiver
en het belastbaar inkomen.
Evenals vorige jaren bleef de vestiging uit Amsterdam, Arnhem,
Rotterdam, Delft, Groningen, Utrecht, Indië en het buitenland
grooter dan het vertrek daarheen, terwijl het verlies aan in
komen door vertrek naar Voorburg en Rijswijk grooter was dan de
toename door vestiging uit die gemeenten. Voor het eerst sedert
jaren is het inkomen der gevestigde personen uit Wassenaar
grooter dan dat der naar die gemeente vertrokkenen.
Staat VIII bevat een algemeen overzicht van verschillende
gemiddelde cijfers. Het gemiddeld belast zuiver inkomen per
inwoner bedroeg in 1928/29 f 899,en in 1929,30 f 929,
het gemiddeld belastbaar inkomen bedroeg over die jaren resp.
f 2.564,en f 2.589,per aangeslagene en het gemiddeld
zuiver inkomen per aangeslagene resp. f 3.502,— en f 3.523,—.
Het gemiddeld geheven percentage van het zuiver inkomen
bedroeg in 1928/29 3,48 en in 1929/30 3,51.
Blijkens de door de Rijksadministratie verstrekte gegevens Oninbare posten
omtrent de verleende ontheffingen en de oninbare posten van
de Inkomstenbelasting zijn de percentages over de jaren 1918
tot en met 1929/30 als volgt:
VERSLAG DER GEMEENTEBELASTINGEN.
99
heffing en
invordering
door de
Gemeente.
Percentage
ontheffingen.
Percentage
oninbaar.
en onthef
fingen.
Algemeen
overzicht.
1918
1919
1920/21
1921/22
1922/23
1923/24
1924/25
1925/26
1926/27
1927/28
1928/29
1929/30
5-
6,1
7,8
5,3
7,5
8,5
6,6
6,-
5,2
4,2
4,-
2,9
1,6
2,6
4,7
4,4
6,9
7,-
7,2
2,9
1,3
0,7
0,5
0,4
6,6
8,7
12,5
9,7
14,4
15,5
13,8
8,9
6,5
4,9
4,5
3,3
heffing en
invordering
door het Rtfk.
Percentage
ontheffingen
en oninbaar
te zamen.
(verhoudingscijfer 1
1,5)
2.2)
2
1,5)
1.3)
1,3)
1.2)
1.3)
1,3)
1.3)
1.3)