f. 7 6 35.000,— 3.000,— a. b. c. d. e. f. Bij de beoordeeling van vorenstaande percentages is in aan merking te nemen, dat de kwade posten voor elk belasting- dienstjaar afzonderlijk zijn berekend en wel voor zoover zij tot 1 Maart 1931 door het Rijk in rekening zijn gebracht. Overigens zij opgemerkt, dat met ingang van het belastingjaar 1926/27 de Gemeentebegrooting wordt belast met een geschat percentage van de bruto-kohieren voor kwade posten, ongeacht hoeveel van die kwade posten in het betrokken jaar door het Rijk op de uitkeeringen wordt ingehouden. Voor het belastingjaar 1926/27 was dit percentage op 9 gesteld, terwijl het met ingang van het belastingjaar 1927/28 tot 6 kon worden teruggebracht; over 1928/29 en 1929/30 is dit eveneens bepaald op 6. Uit het overzicht blijkt, dat het oninbaar bedrag de laatste 5 jaren belangrijk lager geworden is. In de jaren 1922/23, 1923/24 en 1924/25 waren de oninbare posten zeer talrijk, aangezien toen een achterstand in de invor dering over vorige jaren werd ingehaald. Voorts valt op te merken, dat de percentages over de jaren 1926/27, 1927/28, 1928/29 en 1929/30 in latere jaren nog een weinig zullen stijgen, omdat die diensten nog niet zijn afgewikkeld. B. Belasting op vermakeiykheden. (Zie staten IX en X.) Staat IX geeft een overzicht van de opbrengst dezer belasting over de laatste 3 jaren. Het jaar 1930 gaf eene vermeerdering van bijna f 50.00Ö, Méér brachten op: de bioscopen de sportwedstrijden de variété’s en kermisvermakelijkheden de circusvoorstellingen de vereenigingen de café’s met muziek daarentegen brachten minder op de tooneelvoorstellingen enz de oppervlaktebelasting van vereenigingen en sportwedstrijden te zamen De meerdere opbrengst van de vermakelijkheden genoemd onder b. en e. vindt voor een groot deel haar oorzaak in de wijziging der belastingheffing sedert 1 Mei 1930. Van dien datum af werd van vereenigingen, waarvan het vereenigings- jaar op of na 1 Mei aanving een contributiebelasting óf een belasting naar de waardebepaling ter keuze van de vereenigingen geheven en daarmede verviel voor die vereenigingen de be lasting naar de oppervlakte. f 55.000 9.000,- 2.000,— 6.000,— 15.000,— 1.000,— VERSLAG DER GEMEENTEBELASTINGEN. V

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1930 | | pagina 124