49 f De gewone be middeling der Arbeidsbeurs. Restant wachtgeld en impro ductief loon Totaal der loonbedragen be taald door de gezamenlijke bedrijven en diensten Totaal der door den dienst der Personeelsreserve uit gekeerde loonen en wacht gelden I In de cijfers der Arbeidsbeurs weerspiegelt zich de malaise, die het zakenleven in 1930 teisterde. De aanvragen van werk gevers om personeel liepen terug van 37310 in 1929 tot 35422 in 1930. De plaatsingen van 28862 tot 27304 terwijl eene toene ming van het aantal werkzoekenden viel te constateeren van 59311 tot 68389. Vergeleken bij het gemiddelde van geheel Nederland maakt Den Haag een niet ongunstige uitzondering. Het aantal aanvra gen van werkgevers daalde met 5 gemiddelde van Neder land 8 het aantal voldane aanvragen van werkgevers daalde met 2,9 gemiddelde van Nederland 10 de aanbiedingen van werknemers stegen met 15,3 gemiddelde van Nederland 23 De hiernavolgende staat geeft een meer gedetailleerd over zicht van het geheel. Hieruit blijkt, dat vooral getroffen werden de bouwbedrijven, de metaalindustrie, het hotel-, café- en restau rantbedrijf en de groote groep ongeschoolden. Voor nadere bijzonderheden over de onderdeelen wordt ver wezen naar de hierachtervolgende uiteenzetting bij de betrokken afdeelingen. Keuringsdienst van Waren School- en Kindertuinen 10 VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS. Totaal. Wachtgelders. TAK VAN DIENST. f ff 83,33 f 224.624,52 f 153.055,68 f 71.568,84 159.804,95') 10.485,12 149.319,83 ff f 384.429,47 f 163.540,80 f 220.888,67 ff w n ff Reservisten. I f 152.989,68 66,— 224.475,19 66,— 83,33 i) Hierbij zijn buiten beschouwing gebleven 456 volkstellers. (Zie aldee- ling Handels- en Kantoorpersoneel.) Overgebracht J) Dit bedrag moet worden verminderd met f 1.457,74, nl. f 711,58 voor werkzaamheden, welke met toestemming van den Directeur der Personeels reserve door de wachtgelders verricht werden in dienst van particulieren en f 746,16 voor nagevorderde verlol'gelden van reservisten. 71.485,51

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1930 | | pagina 1257