By lage 50
VERSLAG van de Werkloosheidsverzekering en de
bijzondere maatregelen in zake werkloozenzorg
te ’s-Gravenhage over het jaar 1930.
Aan het eind van het jaar 1929 vielen onder de regeling, Stand der ver-
neergelegd in het Werkloosheidsbesluit 1917, 69 werkloozenkas- zekering,
sen met te ’s-Gravenhage gevestigde leden.
Met ingang van 1 September 1930 werd tot deze regeling
nog toegelaten de Landelijke Federatieve Bond van Arbeiders
(sters) in de Kleedingindustrie en aanverwante vakken.
Bovendien vestigde zich in 1930 te ’s-Gravenhage 1 lid van
de werkloozenkas van de Nederlandsche Vereeniging van Me
taalbewerkers, terwijl op 27 December 1930 van den Neder land-
schen Christelijken Textielarbeidersbond „Unitas” alhier geen
leden woonachtig waren.
Het totaal aantal der hierbedoelde vereenigingen bedroeg
derhalve op 27 December 1930: 70, met 24 515 te ’s-Gravenhage
gevestigde, tegen werkloosheid verzekerde leden.
De namen der vereenigingen met de aantallen te ’s-Graven
hage gevestigde, tegen werkloosheid verzekerde leden zijn in
den staat op bladz. 7 en 8 van dit verslag vermeld.
De subsidiën voor de werkloozenkassen, welke krachtens het Percentage der
Werkloosheidsbesluit 1917 door Rijk en Gemeente, ieder voor subsidiën.
de helft, worden toegekend, werden over het jaar 1930 voor een
beperkt aantal kassen bepaald op meer dan 100 der door de
leden dier kassen opgebrachte, contributiën. Deze verhoogde
subsidiepercentages werden toegekend over het tijdvak van
30 December 1929 tot en met 27 December 1930 en bedroegen
voor den Ned. Bond van Arbeiders in het Landbouw-, Tuinbouw-
en Zuivelbedrijf, den Ned. Chr. Landarbeidersbond en den Ned.
R.-K. Bond van Bloemist-, Tuin-, Veen- en Landarbeiders „St.
Deus Dedit” 125 en voor de Ned. R.-K. Diamantbewerkersver-
eeniging 200.
De uitkeeringsnormen, welke in het jaar 1929 voor deze ge- Uitkeerings-
meente golden, werden in 1930 gehandhaafd. normen.